Schrif­te­lijke vragen over het vergun­nin­gen­beleid voor evene­menten waarbij dieren betrokken zijn


Indiendatum: mrt. 2010

Op 6 maart 2010 is voor de zesde keer een paardenmarkt te Wenum-Wiesel georganiseerd. Uit het artikel “Handjeklap voor paarden en pony’s” (Stentor, 8 maart 2010) blijkt dat sommige paarden er erbarmelijk bij stonden. Een citaat uit het artikel: “Alles behalve edel is Denny C. die treurig voor zich uit kijkt, terwijl over zijn lot wordt beslist. Broodmager en met een holle rug staat het Friese paard in de binnenmanege van de Oranjehal”. Daarnaast blijkt dat de paardenmarkt weinig bezoekers en handel trekt, vermoedelijk door de invloed van Marktplaats. Daarmee zijn paardenmarkten doorgaans niet meer dan folklore, de handel in de dieren is bijzaak. Bekend is dat paardenmarkten onnodig gesleep met dieren oplevert en daarmee stress onder de dieren veroorzaakt. Bovendien staan de paarden vaak urenlang vastgebonden zonder eten of drinken. U hebt op 22 januari 2010 een vergunning verleend voor dit evenement. De Partij voor de Dieren stelt u hierover de volgende vragen:

1. Is er bij de vergunningverlening aan de paardenmarkt in Wenum-Wiesel, gehouden op 6 maart 2010, rekening gehouden met het dierenwelzijn of zijn hieraan eisen gesteld in de vergunning? Indien wel, op welke wijze? Indien niet, is het college bereid dit in de toekomst wel te doen? Zo ja, op welke wijze?
2. Hebt u op 6 september toezicht gehouden tijdens het genoemde evenement? Zo ja, wat zijn uw bevindingen?

Zoals u wellicht weet, wil de Partij voor de Dieren paardenmarkten verbieden uit oogpunt van dierenwelzijn. Zolang dit nog niet gebeurt, wil zij dat er meer oog is voor het dierenwelzijn. Er zijn al vele gemeenten die in hun vergunningenbeleid strikte voorwaarden hebben verbonden aan evenementen met dieren. Een voorbeeld is de gemeente Alphen aan de Rijn, die slechts onder strikte voorwaarden een vergunning heeft afgegeven voor een paardenmarkt. Daarnaast controleerden de gemeente en de Stichting Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming op de dag van het evenement of alles volgens de voorwaarden verliep. Ook de gemeente Nijmegen is een goed voorbeeld. Deze gemeente attendeert de Inspectiedienst Dierenbescherming op evenementen met dieren, wanneer zij een vergunning verleent. In samenwerking met de inspectiedienst wordt het dierenwelzijn tijdens het evenement scherp in de gaten gehouden.

3. Is het college van mening dat het wenselijk is om paardenmarkten te verbieden?
4. Is het college van mening dat het wenselijk is om in het vergunningenbeleid een passage op te nemen over dierenwelzijn bij evenementen met dieren?
5. Is het college van mening dat het wenselijk is om het toezicht op dierenwelzijn bij evenementen met dieren te verscherpen?

Op 2 augustus 2010 vindt er een paardenmarkt plaats in Loenen en op 18 september vinden de Apeldoornse ruiter- en menkampioenschappen plaats.

6. Heeft het college een vergunning verleend aan bovengenoemde evenementen met dieren? Indien wel, is hierbij rekening gehouden met het dierenwelzijn en op welke wijze? Indien niet, hoe is het college voornemens om de vergunningverlening bij deze evenementen te behandelen?

Indiendatum: mrt. 2010
Antwoorddatum: 8 sep. 2010

  1. Ja, wij hebben de organisator van de paardenmarkt gewezen op de bepalingen in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Dierenwelzijn is echter geen weigeringsgrond bij de beoordeling van een aanvraag om een evenementenvergunning.
  2. Ja, wij hebben tijdens de paardenmarkt op 6 maart jongstleden toezicht gehouden en men heeft zich aan de voorwaarden van de evenementenvergunning gehouden. Er zijn overigens geen misstanden op dit gebied geconstateerd. Echter dierenwelzijn maakt geen deel uit van deze voorwaarden.
  3. Op dit moment is het voor ons niet mogelijk om paardenmarkten te verbieden.
  4. De gemeenteraad heeft geen aanvullende regelgevende bevoegdheid om datgene wat al in de Gezondsheids- en welzijnswet voor dieren is bepaald, zelf te regelen (een uitspraak van de Rechtbank in Groningen d.d. 28-10-2008 laat zien dat het welzijn van dieren als weigeringsgrond in de APV in strijd is met een hogere wettelijke regeling). Zoals bij punt 1 reeds aangegeven wijzen wij de organisator wel op de bepalingen in deze wet.
  5. Op dit moment zien wij geen aanleiding het toezicht te verscherpen. Ons zijn geen voorbeelden bekend van misstanden die extra toezicht noodzakelijk maken
  6. Voor zowel de Apeldoornse ruiter- en menkampioenschappen als de paardenmarkt in Loenen hebben wij al een evenementenvergunning verleend. Beide organisatoren hebben wij gewezen op de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen inzake het bevorderen van elektrische mobiliteit

Lees verder

    word lid Doneer