Bijdrage aan bestem­mingsplan Parc Spel­derholt, gelegen aan Natura 2000 gebied


20 mei 2010

Bijdrage van Maaike Moulijn, Partij voor de Dieren Apeldoorn aan het debat over bestemmingsplan Parc Spelderholt in Beekbergen, tijdens de politieke markt d.d. 20-5-2010 :

Voorzitter, de vraag die vandaag gesteld dient te worden is of het bestemmingsplan Parc Spelderholt besluitrijp is of niet.

Parc Spelderholt is gelegen in een prachtig gebied. Het leefgebied van vele dieren - waaronder veel van de rode lijst, bijzondere planten en een handvol mensen. Het gebied grenst aan een kostbaar en kwetsbaar Natura 2000 gebied. Met dit gebied dient uiterst zorgvuldig te worden omgegaan. Professor Siepel, de expert op het gebied van Natura 2000, heeft onlangs tijdens een lezing benadrukt dat de regelgeving zo is geformuleerd, dat de flora en fauna van een Natura 2000 gebied op geen enkele wijze door veranderingen in de omgeving ervan mag worden beïnvloed. Ons inziens kan om die reden het bestemmingsplan Parc Spelderholt niet los gezien worden van de andere ontwikkelingen rondom het Natura 2000 gebied, zoals de plannen van Riant. Om een beslissing te kunnen nemen over dit gebied dient een visie te worden opgesteld voor het gehele gebied Engeland/Bruggelen. Pas dan is het mogelijk om de consequenties voor het Natura 2000 gebied goed te kunnen inschatten. Onze algemene opmerking is dat wij in het huidige plan een integrale visie en aanpak missen.

Daarbij heeft de Partij voor de Dieren twijfels bij het onderzoek natuurwetgeving door Arcadis – gezien de eerdere ervaringen met dergelijk onderzoek. Ik verwijs hierbij naar de beroepsprocedure die de Stichting Behoud Natuurwaarden Enken heeft ingesteld inzake de verhuizing van Riant, te weten de beoordeling van het perceel droge heide. Een voorbeeld in dit plan: Natuurloket meldt het voorkomen van vaatplanten, maar deze zijn tijdens het veldonderzoek van Arcadis niet aangetroffen en komt volgens hen daardoor waarschijnlijk niet voor. Bewoners geven aan dat er ringslangen en hazelwormen voorkomen, terwijl dit volgens de natuurtoets niet het geval is. Het komt vaker voor dat tijdens een enkel werkbezoek bepaalde flora en fauna niet worden aangetroffen. Zo zouden beekprikken niet voorkomen bij de Oude Beek, terwijl gidsen van de IVN deze Rode Lijstsoort toch echt hebben gezien. Een contra-expertiseonderzoek lijkt ons in dit geval daarom noodzakelijk.

Als we het plan zelf bekijken dan rijzen er bij ons nogal wat vragen, die tot op heden onvoldoende aan de orde zijn gekomen. Ten eerste de bouw van een sporthal. Is dit nodig? Op een steenworp afstand is er reeds een sporthal in Beekbergen. Deze sporthal wordt met name in de avonduren en in de weekenden gebruikt. Is het niet mogelijk dat de studenten van Spelderholt deze sporthal in de daluren gebruiken? Bovendien is de sporthal in Beekbergen eigenlijk toe aan uitbouw. Is al voorgesteld om hiervan een win-win situatie te maken voor de studenten van Spelderholt en de dorpsbewoners? De investering die Spelderholt anders zou doen voor een nieuwe sporthal, kan in de plaats daarvan ingezet worden voor verbouw van de bestaande accommodatie. Dat wil zeggen: uitbouw en eventueel aanpassingen voor de studenten. De studenten integreren daardoor meer in het dorp, de bewoners hebben de gewenste uitbouw van de sporthal en de sportaccommodatie wordt multifunctioneel gebruikt. Andersom (Beekbergenaren maken gebruik van de sporthal van Spelderholt) wordt wel genoemd (en is uitgesloten).

Ten tweede wil men de voormalige bebouwing van het onderzoeksinstituut voor pluimvee slopen. Dit zou natuurwinst opleveren. Dit is echter niet het geval als er geen duidelijke voorwaarden aan de sloop worden gesteld, zoals het plaatsen van vleermuiskasten. De vervallen schuren bieden nu immers onderdak aan kerkuilen en naar alle waarschijnlijkheid vleermuizen. In hoeverre zullen er in de sloopvergunning afspraken worden gemaakt om maatregelen te nemen die tot doel hebben de biodiversiteit te behouden en de huidige gebruikers van de panden te ontzien? Er staan hiertoe aanbevelingen op pagina 59. Hetzelfde geldt voor de duurzaamheid van de bouw. Ook hierbij is het onduidelijk of en welke afspraken worden gemaakt.

De Partij voor de Dieren zou graag zien dat de buurtbewoners alsnog intensiever betrokken worden in de planvorming. Er is wel overleg geweest met de Dorpsraad Beekbergen, maar niet met de stichting waarin de buurtbewoners zijn verenigd, de SBNE. Uit de stukken blijkt ook dat de buurtbewoners (ondanks de bewonersavonden) vinden dat ze onvoldoende betrokken zijn geweest en uit die hoek komt ook de meeste kritiek op het plan. Uit de wandelgangen is mij ook bekend dat niet iedereen deze groep buurtbewoners even serieus neemt. Ze worden ook wel “Nimby’s – not in my backyard types” genoemd. Laatst las ik een interessant artikel over Nimby’s in het virtueel magazine van de Vereniging Bestuurskunde. Beleidsadviseur Erik Spaink schrijft daarin dat het begrijpelijk is dat mensen die de lasten van een plan op hun bord krijgen, zich daartegen verzetten. Daartoe wijzen zij beleidsmakers op belangen die niet lijken mee te tellen in de besluitvorming. Weerstand dwingt tot kritisch nadenken en leidt vaak tot creativiteit en tot aandacht voor belangrijke zaken als natuurbehoud. De SBNE heeft ons allen de afgelopen periode van veel informatie en zienswijzen voorzien, die volgens de Partij voor de Dieren het bespreken waard zijn.

Kortom, wij moeten zorgvuldig met dit voor flora en fauna belangrijke gebied omgaan. Zorgvuldige en integrale afwegingen, durven denken in alternatieven en correcte informatie zouden daarbij belangrijke ingrediënten moeten zijn. Dit is volgens ons in het huidige plan nog niet voldoende aanwezig. De Partij voor de Dieren vindt dat het plan daarom nog niet rijp is voor besluitvorming in de gemeenteraad.

Interessant voor jou

Bijdrage Partij voor de Dieren Apeldoorn aan het debat over uitbreiding van een intensieve veehouderij in Uddel

Lees verder

Bijdrage kerntakendiscussie van de Partij voor de Dieren

Lees verder

    word lid Doneer