Schrif­te­lijke vragen aan het college van B&W betreft stal­branden


Indiendatum: jun. 2011

Geacht college,

Vorige week woensdag (d.d. 8 juni 2011) woedde er een grote brand in een varkensstal in Merselo, Limburg. In de stal bevonden zich zo'n vier- à vijfduizend varkens, waarvan er slechts zo’n 150 zijn gered. Stichting Wakker Dier heeft de noodklok geluid omdat dit soort branden met verschrikkelijke gevolgen regelmatig voorkomt. Ook LTO en de Dierenbescherming hebben aangedrongen op maatregelen. Dit jaar zijn er al 12 branden geweest met meer dan 110.000 slachtoffers, aldus Wakker Dier. Op dit moment vallen stallen onder lichte industrie. Daarom hoeft een stal wettelijk gezien niet beter beveiligd te worden tegen brand, dan een opslagloods met wc-rollen. Nu wij net de droogste lente in ten minste 100 jaar hebben (gehad) en daarmee het risico op brand sterk is verhoogd, stellen wij u de volgende vragen:

1. Wordt bij de vergunningverlening van stal(ver)bouw in onze gemeente rekening gehouden met de brandveiligheid? Zo ja, hoe, welke criteria gelden er? Zo nee, is het college van plan om naar aanleiding van de bovengenoemde alarmerende geluiden alsnog criteria te stellen aan de brandveiligheid van stallen bij de vergunningverlening? Zo ja, op welke termijn kan de gemeenteraad hiervoor een voorstel verwachten? Zo nee, waarom niet?
2. In hoeverre zijn de brandweerkorpsen in onze gemeente voorbereid op een stalbrand? Doen zij bijvoorbeeld ook brandoefeningen met vee in stallen? En welke korpsen doen dit wel en welke niet? Zo nee, waarom niet? Is het college bereid de brandweerkorpsen te verzoeken om dit soort oefeningen te gaan doen en deze oefeningen te rapporteren aan de gemeenteraad?
3. Zijn er in de gemeente nog andere maatregelen getroffen om een drama, zoals in Merselo, te voorkomen? Zo ja, welke?
4. Vindt u de aanpak van stalbranden in Apeldoorn toereikend? Wilt u uw antwoord s.v.p. motiveren.
5. Is het college van plan om (nog andere) maatregelen te treffen om stalbranden te voorkomen? Zo ja, welke en op welke termijn kan de gemeenteraad een voorstel hiertoe tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

Namens de fractie van PvdD Apeldoorn,

Harry Voss, fractievoorzitter.

Indiendatum: jun. 2011
Antwoorddatum: 14 jun. 2011

Vraag 1:
1.1 Wordt bij vergunningverlening van stal(ver)bouw in onze gemeente rekening gehouden met
de brandveiligheid?
1.2 Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
1.1 Ja.
De Publieksdienst, afd. Bouwzaken neemt alle aanvragen voor de activiteit bouwen in
behandeling. Elke aanvraag wordt door hen getoetst aan de hand van de bouwregelgeving.
Binnen de bouwregelgeving is onder hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit de brandveiligheid
geregeld. Indien aanvrager wil afwijken van de standaard regels op het gebied van
brandveiligheid, vraagt de afd. Bouwzaken een advies aan de afd. Risicobeheersing van de
brandweer.
De afd. Risicobeheersing hanteert hierbij de volgende uitgangspunten c.q. criteria:
1. Voorkomen van het uitbreken van brand;
2. Tijdige alarmering;
3. Waarborgen veilige ontvluchting personen;
4. Beperken van een eenmaal uitgebroken brand;
5. Aanwezigheid brandweervoorzieningen voor het bestrijden van een brand.

In stallen is het beperken van het ontstaan van brand en de uitbreiding hiervan het
belangrijkste. Brand veroorzaakt door een elektrische installatie komt veel voor en uitbreiding
van brand door kunststof isolatie ook. Het advies is alleen minerale (steen) wol (i.p.v. kunststof isolatie) en halogeenvrije kabels toe te passen. In halogeenvrije kabels zit geen PVC in de omhulling. Hierdoor produceren ze bij brand minder rook. Bij brand zullen kunststof isolatie en pvc een negatieve bijdrage hebben aan de rook- en brandontwikkeling en daarmee op de ontvluchting en brandbestrijding.

Daarnaast wordt in de analyse meegenomen de bereikbaarheid van het gebouw voor blusvoertuigen en de aanwezigheid van voldoende bluswater. Voldoende bluswater is afhankelijk van het brandrisico en de directe omgeving van het gebouw.

1.2 n.v.t. zie antwoord 1.1

Vraag 2:
2.1 In hoeverre zijn de brandweerkorpsen in onze gemeente voorbereid op een stalbrand?*
2.2 Doen zij bijvoorbeeld ook brandoefeningen met vee in stallen?
2.3 En welke korpsen doen dit wel en welke niet?
2.4 Zo nee, waarom niet?
2.5 Is het college bereid de brandweerkorpsen te verzoeken om dit soort oefeningen te gaan
doen en deze oefeningen te rapporteren aan de gemeenteraad?

Antwoord:
2.1 Ja we zijn voorbereid.
Een stalbrand wordt gezien en beoordeeld als gemiddeld risico (categorie C) waarbij een
standaard wijze van repressief optreden hoort.
2.2 Neen, er worden geen brandoefeningen met vee in stallen gehouden.
2.3 Binnen de veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland geen enkel brandweerkorps.
2.4 Niet praktisch uitvoerbaar gelet op de oefenbelasting van de vrijwilligers. Oefeninspanning met name gericht op de bovengemiddelde risico’s binnen ons verzorgingsgebied. Zie hiervoor het vastgestelde risicoprofiel van de brandweercluster Epe, Voorst en Apeldoorn.
2.5 Gelet op het bestuurlijk vastgestelde cluster Risicoprofiel is dit vooralsnog niet aan de orde.

Vraag 3:
3.1 Zijn er in de gemeente nog andere maatregelen getroffen om een drama, zoals in Merselo,
te voorkomen?
3.2 Zo ja, welke?

Antwoord:
3.1 Neen.
Er mogen geen boven wettelijke eisen worden gesteld door de gemeente aan de
ondernemer. Het is de gemeente niet bekend welke extra maatregelen de eigenaar vanuit
zijn eigen verantwoordelijkheid neemt op het gebied van brandpreventie.
3.2 Geen.


Vraag 4:
Vindt u de aanpak van stalbranden in Apeldoorn toereikend?

Antwoord:
Het huidige niveau van brandveiligheid voor stallen vinden wij op dit moment even voldoende en wachten nationaal beleid op dit punt af. Het is een nationaal politiek / bestuurlijke verantwoordelijkheid om een uitspraak te doen over de maatschappelijke acceptatie van het aantal slachtoffers onder dieren bij brand.
Wij kunnen ons deze maatschappelijke discussie over dit onderwerp over de hoogte van het (brand)veiligheidsniveau in stallen voorstellen.

Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) verwacht voor de zomer met een stalbrand preventieplan te komen. Hij zal dat plan opstellen in samenwerking met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie, de Dierenbescherming, LTO Nederland, het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) en de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR).
Het ministerie van Binnenlandse Zaken is betrokken als verantwoordelijke voor de bouwregelgeving en het ministerie van Veiligheid en Justitie als verantwoordelijke voor beleid en regelgeving omtrent de brandweer. Dat schrijft Bleker in een brief aan de Tweede Kamer.

Bleker stelt dat is gebleken dat er in de praktijk voldoende mogelijkheden bestaan om verbeteringen door te voeren bij het voorkomen en bestrijden van stalbranden, zonder dat daarvoor bestaande wet- en regelgeving hoeft te worden aangepast. Belangrijke aandachtsgebieden voor de praktijk zijn vooral overdracht van kennis en de implementatie van deze kennis in de praktijk om te komen tot verbetering van de brandveiligheid van veestallen.

Het plan van aanpak waar aan wordt gewerkt zal acties omvatten die bijdragen aan het meer voorkomen en beter bestrijden van stalbranden. Bij het opstellen van het plan zullen ook andere partijen die direct en indirect betrokken zijn bij stalbranden, zoals gemeenten, verzekeraars, sectororganisaties en dierenartsen geconsulteerd worden. Het ministerie van EL&I is vanuit de Rijksoverheid het eerste aanspreekpunt.
(Bron: Ministerie van EL&I, 04/02/11)


Vraag 5:
5.1 Is het college van plan om (nog andere) maatregelen te treffen om stalbranden te
voorkomen?
5.2 Zo ja, welke en op welke termijn kan de gemeenteraad een voorstel hiertoe tegemoet zien?
5.3 Zo nee, waarom niet?

Antwoord:
5.1 Neen voorlopig niet.
5.2 De gemeente pleit in z'n algemeenheid voor bevordering van de brandveiligheid, zowel voor mensen als voor dieren, en om schade zoveel mogelijk te voorkomen. Bij dierenverblijven is hierbij een economische afweging aan de orde, waarbij eigenaren heel nadrukkelijk zelf hun verantwoordelijkheid kunnen nemen.
Er zijn allerlei maatregelen die binnen het huidige wettelijke kader kunnen worden toegepast. Het aanpassen van wetgeving over de veiligheid van dierenverblijven vindt de gemeente daarom niet noodzakelijk. 'Diverse acties en maatregelen worden meegenomen in het stalbrand preventieplan, waarmee staatssecretaris Bleker voor de zomer verwacht te komen'.

Verder wijst de gemeente vooral op de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaren van stallen. De insteek hierbij moet vooral ook gericht zijn op het ‘voorkomen van brand'. Eigenaren hebben daar zelf invloed op, bijvoorbeeld door het niet-uitvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden, het niet-roken in een stal en het voorkomen van kortsluiting.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren fractie aan het college van B&W betreft ongevallen met eenden

Lees verder

Schriftelijke vragen aan het college van B&W betreft het vernietigde bestemmingsplan Spelderholt-Riant.

Lees verder

    word lid Doneer