Schrif­te­lijke vragen van de Partij voor de Dieren aan het college van B&W over paar­denleed


Indiendatum: feb. 2012

De landelijke Sectorraad Paarden is verontrust over het toenemend aantal meldingen van verwaarlozing van paarden en pony's. Ook de Dierenbescherming meldt een toenemend aantal meldingen van paardenleed door haar inspecteurs. De Partij voor de Dieren vindt deze ontwikkeling zorgelijk. Graag wil de fractie Apeldoorn weten in hoeverre verwaarlozing van paarden en pony’s in de gemeente Apeldoorn toeneemt en wat de gemeente kan en wil doen om dit dierenleed te voorkomen.

De Partij voor de Dieren stelt u hierover de volgende vragen:

1. Worden de meldingen van verwaarlozing van paarden en pony’s specifiek voor de gemeente Apeldoorn geregistreerd? Zo ja, door welke instantie(s)? Zo nee, waarom niet?

2. Neemt het aantal meldingen van verwaarlozing van paarden en pony's ook toe in de gemeente Apeldoorn? Om hoeveel meldingen gaat het en indien er sprake is van een toename, wat is/zijn hiervoor de oorzaak/oorzaken?

3. In Apeldoorn en omgeving worden veel paarden en pony's gehouden. Veel fietsers en wandelaars genieten hiervan. De aanblik van verwaarloosde paarden en pony's is vreselijk voor burgers die met dit dierenleed geconfronteerd worden. Zeker in een toeristische gemeente als Apeldoorn is dit onwenselijk. Wij zijn van mening dat de gemeente een rol heeft om verwaarlozing van paarden en pony's te voorkomen, te signaleren en in te grijpen als dat nodig is. Is het college dit met ons eens? Zo nee, waarom niet?

4. Welke mogelijkheden heeft de gemeente Apeldoorn om verwaarlozing van paarden en pony’s te voorkomen?

5. Welke mogelijkheden om verwaarlozing van paarden en pony’s te voorkomen zet de gemeente Apeldoorn momenteel in, in hoeverre is de aanpak effectief en welke aanvullende maatregelen zijn eventueel gewenst?

6. Deelt u de mening dat aan eigenaren van paarden en pony’s die hun dieren ernstig verwaarlozen een verbod op het houden van deze dieren opgelegd moet kunnen worden om eenzelfde situatie in de toekomst te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

7. Deelt u de mening dat het wenselijk is om een schuilstal of sleepstal in een weiland te hebben om tijdens strenge winterdagen of felle zonneschijn beschutting te bieden? Zo nee, waarom niet?

8. Is het toegestaan in de gemeente Apeldoorn dat paardenhouders een schuilstal in hun weiland bouwen? Zo nee, waarom niet?

9. Is het toegestaan in de gemeente Apeldoorn dat paardenhouders een sleepstal in hun weiland zetten? Zo nee, waarom niet?

10. Is het mogelijk om paardenhouders in Apeldoorn te verplichten om een schuilstal of sleepstal te hebben? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?

Namens de fractie van PvdD Apeldoorn,

S.H.D. Voss, fractievoorzitter

Indiendatum: feb. 2012
Antwoorddatum: 24 feb. 2012

1. Nee, voor meldingen over dierenleed bestaat een apart, landelijk meldnummer; 144. Dit meldnummer is ondergebracht bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).

2. Dit is ons niet bekend omdat wij dit soort meldingen niet registreren. De KLPD c.q. het landelijke meldnummer 144 verzamelt wel algemene landelijke informatie maar doet dit niet specifiek per gemeente.

3. Ja, gemeentelijke toezichthouders schakelen in voorkomende gevallen de betreffende landelijke opsporingsinstanties in (Landelijke Inspectie Dierenbescherming, de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit en/of de Animal Cops). Dit komt hooguit twee à drie keer per jaar voor.

4. De buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) van de afdeling Milieu hebben een strafrechtelijke bevoegdheid om op te treden tegen overtredingen op grond van de Gezondheid- en welzijnswet voor dieren. In dat kader worden eenvoudige meldingen aangaande overtreding van deze wet door hen zelf opgepakt. Meldingen waarbij nadere expertise is gewenst, worden doorgezonden naar de bij antwoord 3 genoemde instanties. Daarnaast verwijst het gemeentelijke Servicecentrum, dat onder andere meldingen van de Buitenlijn aanneemt, in voorkomende gevallen door naar het landelijke meldpunt.
Bovendien oefenen ook overige gemeentelijke toezichthouders in de openbare ruimte, die weliswaar geen specifieke taak of verantwoordelijkheid met betrekking tot voorkoming van dierenleed hebben, een dergelijke oog- en oorfunctie uit.

5. Zie de beantwoording van vraag 4. Het is niet aan te geven in hoeverre de aanpak effectief is en of aanvullende maatregelen gewenst zijn.

6. Ja, het college deelt deze mening. Echter, het is niet toegestaan om hierover bepalingen in gemeentelijke regelgeving op te nemen aangezien het onderwerp dierenwelzijn uitputtend is geregeld in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

7. Ja.

8. Ja, mits het vigerende bestemmingsplan dit toelaat c.q. hiervoor een omgevingsvergunning kan worden verleend. Dit wordt per geval beoordeeld.

9. Ja, hiervoor geldt m.m. hetzelfde als bij vraag 8.

10. Nee, de gemeente heeft hiertoe geen wettelijke bevoegdheid.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren aan het college van B&W op grond van artikel 34 van het Reglement van Orde inzake vuurwerkoverlast en -schade.

Lees verder

Actualiteitsvragen – aanleg fietspad Radio Kootwijk

Lees verder

    word lid Doneer