Schrif­te­lijke vragen over bloe­metjes en bijtjes


Indiendatum: apr. 2018

Het gaat slecht met de bijen, terwijl deze dieren essentieel zijn voor de biodiversiteit en de voedselproductie. Gifgebruik, te weinig en monotoon nectaraanbod en verkleining van leefgebieden worden als belangrijkste oorzaken gezien van de achteruitgang van bijen. Om aandacht te vragen voor deze problemen waren er afgelopen weekend verschillende acties voor bijen, waaronder de eerste bijentelling en zaaiacties om het aanbod van bijvriendelijke bloemen te vergroten.

Ook de gemeente Apeldoorn zet zich in voor bijen. Apeldoorn heeft in 2011 een bijenconvenant getekend en zich ingezet voor de aanleg van bijenlinten. Inmiddels staan er ongeveer 150 soorten wilde bloemen in de bermen die onderhouden worden door de gemeente en is er in totaal 292 ha bijenlint aangelegd. Daarnaast heeft het college in 2014 toegezegd bijvriendelijke en gifvrije bollen, zaden en planten in het groenonderhoud te gaan gebruiken. Desondanks maakt de Partij voor de Dieren zich zorgen over de bijen en stelt hierover de volgende vragen:

  1. Hoe gaat het nu met de (wilde) bijen in Apeldoorn? Hebben de bijenlinten positieve invloed? Zijn er cijfers over de bijenstand van de afgelopen jaren beschikbaar?
  2. Worden er nu – zoals toegezegd in 2014 - altijd bijvriendelijke en gifvrije bollen, planten en zaden gebruikt bij het gemeentelijk groenonderhoud? Zo nee, wat (nog) niet en waarom niet?
  3. Hoe betrekt de gemeente inwoners en organisaties (zoals scholen en verenigingen) bij hetstreven om de bijenstand in Apeldoorn te verbeteren? Wordt er bijvoorbeeld informatie gegeven over wat de gemeente doet voor bijen, waar bijenlinten zijn en wat inwoners en organisaties zelf zouden kunnen doen? Hoe zou de gemeente de betrokkenheid van inwoners kunnen verbeteren?
  4. Op welke plekken (gemeentelijke bermen/niet in gebruik genomen gronden) wordt er wilde bloemenzaad gezaaid? Waar gebeurt het (nog) niet en wat zijn de redenen om het daar niet in te zaaien?
  5. Volgens de Gelderse Natuur- en Milieu Federatie zijn er gemeenten waar gemeentelijke gronden (veelal bermen) niet door de gemeente worden beheerd, maar door boeren of andere grondeigenaren. Hierdoor zouden voor de biodiversiteit belangrijke landschapselementen, zoals houtwallen, heggen, kruidenrijke greppels en bloemrijke bermen, verloren gaan. De gemeente Berkelland heeft daarom het onderhoud van gemeentelijke gronden teruggevorderd en is gaan handhaven op waardevolle landschapselementen. In hoeverre speelt het probleem van de teloorgang van voor de biodiversiteit belangrijke landschapselementen ook in Apeldoorn? En wat wordt hieraan gedaan?
  6. Een grote veroorzaker van de sterfte van insecten, waaronder bijen, blijkt de landbouw te zijn, onder andere door monoteelt, stikstofuitstoot en gifgebruik. De gemeente Apeldoorn is nu bezig met een perspectiefnota op de agrarische sector. Wordt daarin ook dit onderwerp meegenomen? Zo nee, waarom niet?
  7. Wat is er verder nog nodig om Apeldoorn bijvriendelijker te maken?

Maaike Moulijn

Partij voor de Dieren