Schrif­te­lijke vragen over afschot wild door gemeente


Indiendatum: dec. 2017

In de dierenwelzijnsnotitie staat de volgende passage over jacht opgenomen:

“De gemeente streeft naar zelfregulerende gebieden op haar eigen grondgebied, waarbij de populaties de draagkracht van het gebied niet overstijgen. De gemeente zet zich in voor de aanleg van nieuwe natuur, verbetering van bestaande natuurgebieden en het verbinden van leefgebieden. De gemeente past zoveel mogelijk alternatieve methoden toe om schade en het verongelukken van dieren in het verkeer te minimaliseren. Bij gevaarlijke situaties en overlast wordt in eerste instantie gekozen voor diervriendelijke oplossingen. Om de populaties en de draagkracht van de leefgebieden in een natuurlijke balans te houden, wordt bijvoeren niet toegestaan. Regulatie door afschot is het laatste middel en uitvoering geschiedt volgens de richtlijnen uit de Nota Faunabeheer en de door de provincie Gelderland aangewezen aantallen.”

In 2017/2018 zijn (vanaf 1-1 tot 17-10) de volgende dieren geschoten:

Het Woudhuis: 2 reeën (vorig jaar zijn er in het hele jaar ook 2 reeën geschoten).

Berg en Bos: 33 wilde zwijnen (vorig jaar zijn er in het hele jaar ook 20 zwijnen geschoten)

Bij herten- en zwijnenraster Berg en Bos: 4 damherten, 5 edelherten en 14 wilde zwijnen.

Bij elkaar heeft de gemeente tot nu toe 58 dieren geschoten, ondanks dat gesteld is dat regulatie door afschot het laatste middel is. De Partij voor de Dieren stelt hier de volgende vragen over:

  1. Kan er per dier en gebied worden aangegeven waarom de faunabeheerder het nodig achtte om deze dieren dood te schieten?
  2. Kan per situatie aangegeven worden welke preventieve en diervriendelijke maatregelen zijn genomen om afschot te voorkomen?
  3. Welke alternatieve methoden zijn afgelopen jaar op welke locaties toegepast om schade en het verongelukken van dieren in het verkeer te minimaliseren en wat waren hiervan de effecten?
  4. Kan het college aangeven wat er afgelopen jaar is gebeurd om nieuwe natuur aan te leggen, bestaande natuurgebieden te verbeteren en leefgebieden te verbinden?
  5. Kan het college aangeven waar nog knelpunten zijn in de verbinding van leefgebieden en welke aandachtspunten er nog zijn om natuurgebieden te verbeteren?

Harry Voss

Partij voor de Dieren

Indiendatum: dec. 2017
Antwoorddatum: 26 jan. 2018

Beantwoording vragen:

1.

Kan er per dier en gebied worden aangegeven waarom de faunabeheerder het nodig achtte om deze dieren dood te schieten?

Antwoord: Het college kan niet per individueel dier aangeven wat de redenen zijn, maar algemeen geldt dat bij afschot wordt gekozen voor de zwakkere dieren uit de populatie. Hierbij streven we naar een evenwichtige balans in leeftijd, in territoria en tussen mannelijke en vrouwelijke dieren.

Om de populatie gezond te houden en het leefgebied vitaal en draagkrachtig, blijkt het nodig de populatie te reguleren middels afschot. Dit komt door gebrek aan natuurlijke vijanden en gebeurt alleen wanneer strikt noodzakelijk. De draagkracht van het leefgebied in relatie tot de grootte van de populatie wordt jaarlijks in beeld gebracht door tellingen door de Wildbeheereenheid Veluwe. De provincie Gelderland bepaalt op basis hiervan en de Nota Faunabeheer jaarlijks de afschotaantallen. Zij zijn bevoegd gezag, de terreinbeheerders voeren faunabeheer uit volgens het provinciaal beleid.

2.

Kan per situatie aangegeven worden welke preventieve en diervriendelijke maatregelen zijn genomen om afschot te voorkomen?

Antwoord: Het college kan niet per individueel dier aangeven welke maatregelen genomen zijn, maar wel op populatieniveau. We handelen vanuit ecologisch perspectief waarbij het doel de duurzame instandhouding van soorten en hun leefgebieden is. Dit doen we door het beheren van die leefgebieden en door deze te verbeteren en te vergroten. Dit omvat de aanleg van faunapassages, aanleg van nieuwe natuur en ecologisch beheer van onze bos- en natuurgebieden. We zetten in op voldoende natuurlijk voedsel en voeren niet bij, we zorgen voor rust en ruimte, binnen veilige rasters.

3.

Welke alternatieve methoden zijn afgelopen jaar op welke locaties toegepast om schade en het verongelukken van dieren in het verkeer te minimaliseren en wat waren hiervan de
effecten?

Antwoord: afgelopen jaar zijn op verschillende plekken nieuwe en verhoogde rasters aangelegd. Langs de J.C. Wilslaan is afgelopen najaar een wildkerend raster aangelegd, aansluitend op de bestaande rasters. Bij sportpark Orderbos is op meerdere plaatsen het varkenskerende raster verhoogd zodat ook roodwild nu veilig achter de rasters blijft.

Door deze maatregelen is op deze wegen het aantal aanrijdingen met wild sterk gedaald.

4.

Kan het college aangeven wat er afgelopen jaar is gebeurd om nieuwe natuur aan te leggen, bestaande natuurgebieden te verbeteren en leefgebieden te verbinden?

Antwoord: er is de afgelopen jaar/jaren veel gebeurd in het kader van natuurontwikkeling.

De realisatie van de ecoducten over de N302 (Kootwijkerweg/Meervelderweg) en de N344 (Amersfoortseweg) is in voorbereiding. Hiermee wordt de Veluwse natuur voor klein en groot wild nog beter bereikbaar en benutbaar. Het leefgebied wordt op deze wijze enorm vergroot. Een grote impuls voor de natuur op de Veluwe die robuust en op meerdere plekken met elkaar verbonden wordt.

Verder is de uitvoering van de aanleg van nieuwe natuur in de Groene wig Elsbosweg gestart. Hier wordt ondermeer broekbos aangelegd dat de Maten verbindt met het Beekbergerwoud. Verder is de afgelopen tijd veel nieuwe natuur in het Weteringse broek aangelegd en is de uitvoering van beekherstel in de stad in volle gang. In het buitengebied zijn circa 100 erfbeplantingsplannen uitgevoerd: nieuwe houtwallen, hoogstamboomgaarden en poelen sieren ons gehele buitengebied, van Uddel tot Klarenbeek en van Hoenderloo tot Wenum Wiesel. Samengevat een palet aan maatregelen om verschillende biotopen aan te leggen en te versterken en daarmee creëren we veel nieuw leefgebied voor allerlei dieren.

5.

Kan het college aangeven waar nog knelpunten zijn in de verbinding van leefgebieden en welke aandachtspunten er nog zijn om natuurgebieden te verbeteren?

Antwoord: momenteel werkt de gemeente Apeldoorn aan het opstellen van de ECOGids Apeldoorn. Hierin worden alle kansen en knelpunten t.a.v de verbetering van leefgebieden en het verbinden hiervan in beeld gebracht: in woord en beeld (o.m. op kaart). Dit voorjaar brengt het college de concept ECOGids ter consultatie naar de gemeenteraad, met daarin verschillende ambitieniveaus met een doorkijk naar de consequenties bij uitvoering hiervan (uitvoeringsprogramma.)