Schrif­te­lijke vragen over onvol­ledig ecolo­gisch onderzoek


Ecolo­gisch onderzoek naar effecten komst zonnepark op natuur ziet dassen­burcht over het hoofd

Indiendatum: 8 dec. 2020

De Partij voor de Dieren is zeer geschrokken dat er een niet te missen dassenburcht aanwezig blijkt te zijn in een gebied, terwijl daarover in het ecologisch onderzoek niets staat vermeld.

Inwoners die in een zienswijze aangeven dat er onvoldoende rekening is gehouden met de aanwezigheid van dieren worden in de zienswijzenota beantwoord met: “Er is ecologisch onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het zonnepark op natuur (Bureau Waardenburg, Effecten van zonnepark Stadhoudersmolen op beschermde soorten en gebieden, rapportnr. 18-159, 14 augustus 2018). Het onderzoek is uitgevoerd door een deskundig bureau en getoetst door de gemeente ecoloog. Getoetst is aan de Wet natuurbescherming en de Omgevingsvisie en -verordening. Uit dit onderzoek blijkt dat het zonnepark niet in strijd is met de Wet natuurbescherming en de Omgevingsvisie en - verordening.”

De Partij voor de Dieren stelt hierover de volgende vragen:

  1. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het ecologisch onderzoek zeer duidelijk tekort is geschoten? En hoe kan het dat de gemeente dit niet heeft gecontroleerd, zelfs niet nadat inwoners dit in hun zienswijze hebben aangegeven?
  2. Als inwoners aangeven dat bepaalde diersoorten in het gebied voorkomen of wanneer dit blijkt uit waarnemingen.nl wordt er dan niet extra gekeken naar het leefgebied van deze dieren en de gevolgen daarvan? Zo ja, waarom is dit hier niet gebeurd? Zo nee, waarom wordt dit niet standaard gedaan? En wanneer is er dan wel sprake van een “aanwijsbare aanleiding voor contra expertise of een bezoek ter plaatse van een gemeentelijke ecoloog of ecoloog van de OVIJ”?
  3. Wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat er niet nogmaals zulke fouten worden gemaakt in een ecologisch onderzoek? Worden er voortaan meer controlemechanismen ingebouwd? Zo ja, welke? Komt het desbetreffende bureau op een zwarte lijst te staan? Of andere maatregelen?
  4. Wij nemen aan dat de vergunning wordt ingetrokken, nu blijkt dat deze onder foutieve aannames is verstrekt. Klopt dit? Zo nee, wat gebeurt er dan wel? En hoe wordt de raad verder geïnformeerd over deze zaak?

Maaike Moulijn

Partij voor de Dieren

Meer lezen over dit onderwerp: https://www.destentor.nl/apeldoorn/das-legt-aanleg-zonnepark-bij-apeldoorn-stil~a88de845/

Indiendatum: 8 dec. 2020
Antwoorddatum: 9 feb. 2021

Beantwoording vragen:

1. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat het ecologisch onderzoek zeer duidelijk tekort is geschoten? En hoe kan het dat de gemeente dit niet heeft gecontroleerd, zelfs niet nadat inwoners dit in hun zienswijze hebben aangegeven?

Antwoord: Als college kijken we als volgt terug op het verloop van de gebeurtenissen tot aan de vergunningverlening:

Het genoemde ecologisch onderzoek betreft een natuurtoets die is opgesteld door het onafhankelijke adviesbureau Waardenburg, in opdracht van de initiatiefnemer van het zonnepark, ontwikkelaar Statkraft. Deze toets is onderdeel van de verplichtingen voor een initiatiefnemer om te komen tot een ruimtelijke onderbouwing bij een volwaardige aanvraag voor de omgevingsvergunning.

Om de ruimtelijke onderbouwing als gemeente goed te keuren beoordeelt de Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ) de natuurtoets, in opdracht van de gemeente. De OVIJ gaat in principe uit van de expertise en integriteit van het betreffende bureau. De rapportage van de natuurtoets wordt getoetst, zij het dat contra-expertise of een bezoek ter plaatse niet standaard een onderdeel daarvan is. Hiervoor is in beperkte mate capaciteit beschikbaar bij gemeente en OVIJ. Uitzondering is er wanneer er een aanwijsbare aanleiding voor is.

In de rapportage van de natuurtoets is de aanwezigheid binnen het plangebied van de das c.q. dassenburcht niet genoemd. In de natuurtoets staat vermeld “Das en Steenmarter, beide habitatrichtlijnsoorten, zijn in het verleden aangetroffen buiten het plangebied, maar wel op geringe afstand. Echter tijdens het veldbezoek zijn geen sporen of verblijfplaatsen van beide soorten aangetroffen. Mogelijk wordt het plangebied door deze soorten wel gebruikt als foerageergebied, maar in de omgeving zijn veel geschiktere foerageergebieden aanwezig voor beide soorten.“ Achteraf opvallend, het is duidelijk gebleken dat de dassenburcht aanwezig is.

Bij lezing en bespreking destijds van het rapport werd door de gemeente aangenomen dat dit de situatie goed weergaf. Hoe het kan dat de aanwezigheid van de das tijdens het ecologisch onderzoek door bureau Waardenburg niet is signaleert is door de gemeente nu niet meer te achterhalen. Het bureau is bekend in het vakgebied en bij de gemeente. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de burcht bewust verzwegen is.

In de zienswijzennota, die in het kader van de vergunningverlening voor het plan is opgesteld, is te lezen dat omwonenden (aan de oostzijde, de overkant van Kanaal Noord) in december 2018 het volgende inbrachten, als reactie op de natuurtoets: “beschermde dieren zoals de steenuil, das, steenmarter en diverse vogelsoorten worden wel heel snel weggeredeneerd. Het is algemeen bekend (ze worden geregeld waargenomen door buurtgenoten) dat deze dieren in onze woonomgeving aanwezig zijn.”

Aan de oostzijde van het kanaal zijn inderdaad ook das en steenuil bekend. Van de das was een burcht aanwezig in het dorp Beemte zelf en dat buurtbewoners kennis hadden van het voorkomen van die soorten is logisch, aan de andere kant van het kanaal. Dassen kunnen in principe zwemmen, maar vermijden dat liever. De situatie is daarom niet een op een op die van het terrein aan de overkant van het kanaal toe te passen.

De zienswijze gaf geen aanleiding voor OVIJ en gemeente om een andere afweging te maken, op basis van een nader bezoek ter plaatse en een contra-expertise. Maart 2019 kwam het vervolgens tot vergunningverlening.

2. Als inwoners aangeven dat bepaalde diersoorten in het gebied voorkomen of wanneer dit blijkt uit waarnemingen.nl wordt er dan niet extra gekeken naar het leefgebied van deze dieren en de gevolgen daarvan? Zo ja, waarom is dit hier niet gebeurd? Zo nee, waarom wordt dit niet standaard gedaan? En wanneer is er dan wel sprake van een “aanwijsbare aanleiding voor contra expertise of een bezoek ter plaatse van een gemeentelijke ecoloog of ecoloog van de OVIJ”?

Antwoord: Zie ook de beantwoording bij vraag 1.

Na verdere signalen van omwonenden en de melding van de stichting Das & Boom werd die aanleiding gezien en hebben de gemeentelijke faunabeheerders veldbezoek gebracht, waaruit onomstotelijk bleek dat een dassenburcht aanwezig is. Toen is terstond geconcludeerd dat het park niet conform de afgegeven omgevingsvergunning mag worden gerealiseerd en dat een ontheffing van de provincie nodig is. De bouwactiviteiten zijn gestopt.

3. Wat gaat het college doen om ervoor te zorgen dat er niet nogmaals zulke fouten worden gemaakt in een ecologisch onderzoek? Worden er voortaan meer controlemechanismen ingebouwd? Zo ja, welke? Komt het desbetreffende bureau op een zwarte lijst te staan? Of andere maatregelen?

Antwoord: Hoewel het betreffende bureau en ontwikkelaar Statkraft hierop zijn gewezen, kunnen we als gemeente niet garanderen dat derden, zoals bureau Waardenburg, geen fouten maken. Het blijft de verantwoordelijkheid van initiatiefnemers om te zorgen voor een deugdelijke voorbereiding van een vergunningaanvraag. Het bureau Waardenburg is bekend in het vakgebied en bij de gemeente. Dit incident op zich is onvoldoende reden om het desbetreffende bureau standaard te ontraden. Als college zien we als les voor de gemeente om tijdig goed te kunnen faciliteren en afwegen hoe om te gaan met signalen die de organisatie ontvangt, door deze voor te leggen bij één centraal aanspreekpunt voor de zonnepark-initiatieven.

4. Wij nemen aan dat de vergunning wordt ingetrokken, nu blijkt dat deze onder foutieve aannames is verstrekt. Klopt dit? Zo nee, wat gebeurt er dan wel? En hoe wordt de raad verder geïnformeerd over deze zaak?

Antwoord: Definitieve ‘intrekking’ van de vergunning is in dit stadium nog niet aan de orde, wel is bepaald dat het park op dit moment niet conform de afgegeven omgevingsvergunning mag worden gerealiseerd. De bouwactiviteiten zijn gestopt.

Gesproken is met initiatiefnemer Statkraft. Het is niet uitgesloten dat het park er alsnog kan komen. Het is aan de initiatiefnemer om een hernieuwde beoordeling op te laten stellen, die inzicht geeft in de nieuw bekende situatie en hoe daar mee om te gaan. Mogelijk zijn er oplossingen. Statkraft heeft te kennen gegeven alternatieven te willen verkennen voor oplossingen.

Alternatieven met oplossingen voor mitigerende maatregelen voor de das en bijvoorbeeld verandering in de opstelling van zonnepanelen. Bij de verdere planvorming moet worden nagegaan of en hoe de burcht en het leefgebied van de das is in te passen: welke aanpassingen zijn er nodig van de inrichting, uitvoering en/of beheer van het terrein. Statkraft treft nu voorbereidingen voor deze verkenning.

Zonnepark Wenumseveld ligt in dezelfde omgeving als het nieuwe zonnepark-initiatief De Beemte. In het kader van het collegebesluit omtrent het handelingsperspectief voor zonneparken op 26 januari jongstleden is dit gebied ingedeeld in de categorie ‘bevriezen’ voor nieuwe planvorming. Dit is een aandachtspunt bij de verkenning naar alternatieven en mitigerende maatregelen wanneer deze gezocht worden buiten de percelen die bij het vergunning van het zonnepark Wenumseveld betrokken zijn.

Ten slotte: over de uitkomst van de verkenning naar oplossingen en het vervolg zullen we als college de raad actief nader informeren.