Schrif­te­lijke vragen, samen met Chris­tenUnie gesteld, over toezicht en hand­having mili­eu­de­licten bij bedrijven


......hoe pakt Apeldoorn mili­eu­cri­mi­na­liteit aan?

Indiendatum: 9 apr. 2021

Geacht college,

Al jaren is bekend dat het toezicht en de handhaving van milieudelicten in Nederland tekortschiet. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) heeft bijvoorbeeld in 2019 de knelpunten in de aanpak van milieucriminaliteit verkend in de rapportage ‘De markt de baas’. En ook Rekenkamer Oost- Nederland deed na incidenten in Gelderland, zoals branden bij afvalverwerkers, onderzoek naar vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) in Een complexe verhouding (2019). Op 12 maart 2021 publiceerde Binnenlands Bestuur een artikel met de veelzeggende titel ‘handhavers aan de leiband, waarom milieurampen ons blijven achtervolgen’. Hier wordt ingegaan op de complexiteit van milieuhandhaving op verschillende niveaus, onder andere de informatievoorziening door de omgevingsdiensten en de rol van gemeentelijke en provinciale bestuurders.

De ChristenUnie Apeldoorn en Partij voor de Dieren stellen hierover de volgende vragen:

Signalering

Milieuovertredingen kunnen gemeld worden bij de omgevingsdienst. Dit kan telefonisch (bij spoed) of per e-mail (https://www.odveluweijssel.nl/kennisbank/milieuklachten). Veel inwoners weten dit echter niet.

1.) Hoe komen signalen over milieuovertredingen binnen? In hoeverre komen die bijvoorbeeld binnen bij de gemeente, bij de OVIJ of bij de politie? En hoe is de samenwerking tussen deze partijen om de signalen goed te kunnen oppakken?

2.) In het jaarverslag van de OVIJ 2019 is te lezen dat het aantal klachten/meldingen stijgt. In 2019 waren er 682 klachten/meldingen binnen gekomen. Door het toegenomen aantal klachten/meldingen is het voor de OVIJ steeds lastiger om tijdig op de meldingen te reageren. In 2019 was 43% binnen 2 weken afgerond. Hoe is dat in 2020 gegaan? Hoeveel meldingen waren en in hoeverre werd daar tijdig op gereageerd? En hoe zorgt de gemeente ervoor dat er snel en adequaat op signalen van inwoners wordt gereageerd?

3.) Wat voor soort meldingen worden er gedaan? En vallen bepaalde bedrijven op waarover vaak meldingen binnenkomen? Zo ja, welke bedrijven?

4.) Hoeveel van die meldingen hebben geleid tot sanctioneren, handhavend optreden of anderszins? Graag uitgebreid beantwoorden met argumentatie.

5.) In 2019 was het op de website van de gemeente en OVIJ nog onduidelijk hoe er een melding kon worden gedaan. Dat is inmiddels (na vragen van de Partij voor de Dieren) verbeterd (dank daarvoor). Desondanks vinden nog steeds veel inwoners het lastig waar ze een milieu klacht kunnen melden. Hoe proberen de gemeente en de OVIJ het eenvoudiger te maken voor mensen om milieudelicten (eventueel anoniem) te melden?

Controle en handhaving

6.) In het jaarverslag van de OVIJ wordt niet duidelijk hoeveel milieuvergunningen in totaal in gebruik zijn en hoeveel daarvan dat jaar gecontroleerd zijn. Oftewel: hoe groot is de kans dat er gecontroleerd worden? Kan het college hier inzicht in geven?

7.) Ook staat niet vermeld hoeveel bedrijven gewoon voldaan aan alle vergunningsvoorwaarden. Wel is bekend dat er bij 68% van de gecontroleerde bedrijven na de eerste controle sprake is van volledige naleving. Dat betekent dat een groot deel van de bedrijven (iets minder dan de helft) niet voldoet aan de vergunningsvoorwaarden. Dat vinden wij zorgelijk. Vervolgens lezen we dat slechts 65% van de geconstateerde overtredingen was opgeheven binnen de hersteltermijn. Kunt u aangeven hoeveel bedrijven in 2020 na 1e controle voldeden aan de milieuvergunningsvoorwaarden en hoeveel niet? En hoeveel dat binnen de hersteltermijn deden?

8.) Welke maatregelen zijn getroffen om ervoor te zorgen dat bedrijven zich wel houden aan de milieueisen en hoe effectief die zijn, oftewel in hoeverre zorgt de aanpak ervoor dat bedrijven zich wel aan de milieuregels houden?

Sanctionering

In onderzoeken is te lezen dat de sanctionering beperkt is. Dwangsommen worden bijvoorbeeld wel bij herhaling opgelegd, maar uiteindelijk bijvoorbeeld niet geïnd of ingezet om ‘bedrijfsproblemen’ van de overtreder op te lossen. Ook wordt aangegeven dat de rol van de wethouder daarin vaak groot is. “De handhavers uit de praktijk ervaren het gebrek aan bestuurlijke aandacht en urgentie voor milieucriminaliteit als een groot knelpunt. Zij moeten geregeld met bestuurders in de slag om de ruimte te krijgen om milieucriminaliteit effectief aan te kunnen pakken. (...) In voorkomende gevallen waarin maatregelen tegen een bedrijf worden overwogen komt het bestuur al snel in beeld. Dat leidt soms tot afwegingen die voor de aanpak van milieucriminaliteit niet effectief zijn, zoals afzwakking of uitstel van de maatregelen. Bij ‘gevoelige dossiers’ en het daadwerkelijk opleggen van sancties is er doorgaans contact tussen omgevingsdienst en de bestuurders. Bij de gemeente is dat een wethouder die vaak ook andere onderwerpen in zijn of haar portefeuille heeft en daarmee ook meerdere belangen dient.” (Bron: rapportage ‘De markt de baas’.)

9.) Herkent het college het citaat uit het onderzoek? Hoe is het college betrokken bij de aanpak van milieudelicten, zoals het opleggen van dwangsommen? En hoe beslist het college hoe met sanctionering wordt omgegaan?

10) In 2019 waren er 28 gevallen van last onder dwangsom en 0 gevallen van bestuursdwang. Waarom wordt vooral gekozen voor last onder dwangsom en geen bestuursdwang?

11) In hoeveel gevallen hebben de bedrijven de opgelegde dwangsom ook moeten betalen? In hoeveel gevallen is (zijn) de overtreding(en) na het opleggen van de dwangsom daadwerkelijk beëindigd? Graag specifiek omschrijven hoe in deze gevallen omgegaan is met de overtredingen en welke afwegingen hier van belang waren.

12 In sommige gevallen heeft de gemeente ook voordeel bij milieudelicten. De gemeente is bijvoorbeeld ook afnemer van diensten die bedrijven met een milieuvergunning leveren. En door milieudelicten kunnen zij hun diensten goedkoper aanbieden. Aan de andere kant geldt dat als een gemeente sterk gaat handhaven op een milieuvergunning dat daardoor de bedrijfsvoering financieel onrendabel kan worden, het bedrijf failliet kan gaan en de gemeente/de belastingbetaler op zou kunnen draaien voor de kosten om de milieuschade te herstellen. Is de gemeente zich bewust van deze risico's, dat de gemeente zelf ook belangen kan hebben en daardoor wellicht milieudelicten minder hard aanpakt? En hoe wordt ermee omgegaan om dit soort belangenverstrengeling te voorkomen?

Risico-aanpak

13) Bij hoeveel bedrijven is er sprake van recidive (dwz bedrijven waar vaker overtredingen worden geconstateerd)? Wat voor type bedrijven zijn dat? En hoe worden deze bedrijven aangepakt?

14) Er zijn bedrijfstakken die extra kwetsbaar zijn voor milieudelicten, zoals afvalverwerkingsbedrijven, bedrijven die zorgwekkende stoffen lozen en mestverwerkers. Wordt er onderscheid gemaakt tussen soorten bedrijven? Zo ja, hoe is het toezicht geregeld bij dit soort bedrijven? Zo nee, waarom niet?

-a. In 2019 heeft de OVIJ aanbevolen om voor dit soort bedrijfstakken maatwerkvoorschriften op te stellen, is er iets met deze aanbeveling gedaan?

15) Vaak is er bij milieudelicten sprake van verschillende bedrijven in een keten, die op verschillende manieren betrokken zijn bij de delicten. Dit komt vaak alleen aan het licht als er ketenonderzoek wordt gedaan. In hoeverre is er ook tijd beschikbaar bij de OVIJ om ketenonderzoek te doen? En als daar tijd voor is, wat voor ketenonderzoeken zijn afgelopen paar jaar verricht en wat kwam er uit die onderzoeken?

16) Bij welke bedrijven zijn de afgelopen 2 jaar meerdere overtredingen geconstateerd? Oftewel wat zijn de "probleembedrijven” in Apeldoorn, welke overtredingen hebben zij begaan en hoe wordt er door de OVIJ en gemeente hiertegen opgetreden? (deze vraag mag eventueel, als dat nodig is i.v.m. privacywetgeving, niet openbaar beantwoord worden)

17) Zijn er op dit moment milieuverontreinigingen door bedrijven die niet per direct gestopt kunnen worden? Zo ja, welke zijn dat? En hoe worden die aangepakt en waarom?

-a. Kunt u uitgebreid de afwegingen benoemen?

Peter Kranenburg, Willeke de Jager namens ChristenUnie Apeldoorn

Maaike Moulijn namens de Partij voor de dieren

Indiendatum: 9 apr. 2021
Antwoorddatum: 11 mei 2021

1. Hoe komen signalen over milieuovertredingen binnen? In hoeverre komen die bijvoorbeeld binnen bij de gemeente, bij de OVIJ of bij de politie? En hoe is de samenwerking tussen deze partijen om de signalen goed te kunnen oppakken?

Antwoord: Klachten over milieuovertredingen bij bedrijven komen zowel via de gemeente als rechtstreeks bij OVIJ binnen en in een beperkt aantal gevallen via politie of waterschap. Partijen werken hier in samen door de klachten centraal bij OVIJ te melden waarbij OVIJ voor afdoening zorg draagt.

2. In het jaarverslag van de OVIJ 2019 is te lezen dat het aantal klachten/meldingen stijgt. In 2019 waren er 682 klachten/meldingen binnen gekomen. Door het toegenomen aantal klachten/meldingen is het voor de OVIJ steeds lastiger om tijdig op de meldingen te reageren. In 2019 was 43% binnen 2 weken afgerond. Hoe is dat in 2020 gegaan? Hoeveel meldingen waren en in hoeverre werd daar tijdig op gereageerd? En hoe zorgt de gemeente ervoor dat er snel en adequaat op signalen van inwoners wordt gereageerd?

Antwoord: In het hele werkgebied van OVIJ zijn in 2020 407 klachten binnengekomen. Dat zijn er minder dan de 682 uit 2019. Deze afname is vermoedelijk vooral veroorzaakt door sluiting van de horecabedrijven als gevolg van coronamaatregelen.

Het afgelopen jaar heeft OVIJ geïnvesteerd in de registratie van klachtafhandeling. Hierdoor is meer inzichtelijk geworden waarom OVIJ de gestelde KPI voor klachtafhandeling niet haalt: in 2020 zou

80% van de gevallen een klacht binnen 2 weken afhandelt moeten zijn (werkelijke percentage in

2020 is 50%). In bepaalde dossiers is namelijk besloten klachten te verzamelen (te bundelen) en deze in 1x af te handelen; over het algemeen nadat extra controle(s) hadden plaatsgevonden. Dit gebeurt vooral in dossiers waarbij veel klachten over dezelfde inrichting worden ingediend. In alle gevallen worden overigens de klagers direct te woord gestaan, teruggebeld of bezocht dus er wordt altijd snel en adequaat gereageerd op signalen van inwoners. De systeemtechnische definitie van de KPI brengt dat echter niet tot uitdrukking. In 2021 wordt de gehele kernsset KPI’s binnen het Gelders stelsel herzien.

3. Wat voor soort meldingen worden er gedaan? En vallen bepaalde bedrijven op waarover vaak meldingen binnenkomen? Zo ja, welke bedrijven?

Antwoord: In 2020 heeft OVIJ 227 klachten ontvangen met betrekking tot de gemeente Apeldoorn, 55% van de klachten heeft betrekking op geluid, 29% op geur, de restgroep is divers en betreft b.v. afval of laden en lossen. 76% van de klachten is te koppelen aan een specifieke inrichting. Er zijn geen echte uitschieters op bedrijfsniveau maar klachten hebben vaak betrekking op horeca en slachterijen.

4. Hoeveel van die meldingen hebben geleid tot sanctioneren, handhavend optreden of anderszins? Graag uitgebreid beantwoorden met argumentatie.

Antwoord: Alle 227 meldingen zijn opgepakt en beoordeeld. Meldingen (klachten) kunnen leiden tot een vraag gestuurde aspectcontrole en daaruit kan een traject handhavingsbesluit volgen. In hoeverre deze opvolging voortkomt uit een melding wordt niet geadministreerd.

5. In 2019 was het op de website van de gemeente en OVIJ nog onduidelijk hoe er een melding kon worden gedaan. Dat is inmiddels (na vragen van de Partij voor de Dieren) verbeterd (dank daarvoor). Desondanks vinden nog steeds veel inwoners het lastig waar ze een milieuklacht kunnen melden. Hoe proberen de gemeente en de OVIJ het eenvoudiger te maken voor mensen om milieudelicten (eventueel anoniem) te melden?

Antwoord: De verwijzingen op de eigen website van Apeldoorn voor milieuklachten naar OVIJ kan beter waarbij ook de rol van OVIJ beter geduid moet worden. Dit wordt opgepakt.

6. In het jaarverslag van de OVIJ wordt niet duidelijk hoeveel milieuvergunningen in totaal in gebruik zijn en hoeveel daarvan dat jaar gecontroleerd zijn. Oftewel: hoe groot is de kans dat er gecontroleerd worden? Kan het college hier inzicht in geven?

Antwoord: Er zijn in Apeldoorn 5000 inrichtingen vergund. Hiervan zijn er in 2020 1137 gepland gecontroleerd, gebaseerd op een risico-analyse. Ieder bedrijf wordt ingedeeld in een risicoklasse met een bijbehorende bezoekfrequentie. De kans op controle hangt af van de risicoklasse, bijvoorbeeld ieder jaar (BRZO-risicobedrijf) of 1 keer per 5 jaar (kinderopvang).

7. Ook staat niet vermeld hoeveel bedrijven gewoon voldaan aan alle vergunningsvoorwaarden. Wel is bekend dat er bij 68% van de gecontroleerde bedrijven na de eerste controle sprake is van volledige naleving. Dat betekent dat een groot deel van de bedrijven (iets minder dan de helft) niet voldoet aan de vergunningsvoorwaarden. Dat vinden wij zorgelijk. Vervolgens lezen we dat slechts 65% van de geconstateerde overtredingen was opgeheven binnen de hersteltermijn. Kunt u aangeven hoeveel bedrijven in 2020 na 1e controle voldeden aan de milieuvergunningsvoorwaarden en hoeveel niet? En hoeveel dat binnen de hersteltermijn deden?

Antwoord: In het werkgebied van OVIJ voldeed 67% van de bedrijven na de 1e controle aan de voorschriften. In 73% van de gevallen waar geen volledige naleving geconstateerd was, worden de overtredingen opgeheven na de aankondiging van de last onder dwangsom.

8. Welke maatregelen zijn getroffen om ervoor te zorgen dat bedrijven zich wel houden aan de milieueisen en hoe effectief die zijn, oftewel in hoeverre zorgt de aanpak ervoor dat bedrijven zich wel aan de milieuregels houden?

Antwoord: OVIJ heeft diverse toezichtmethoden gedefinieerd, die worden wisselend toegepast afhankelijk van de risicocategorie waar een bedrijf toe behoort. OVIJ onderscheidt complexe-, aandachts- en risicovolle-bedrijven (BEVI). Verder is er branchetoezicht en een keuzemenu voor lichtere risico- categorieën.

9. Herkent het college het citaat uit het onderzoek? Hoe is het college betrokken bij de aanpak van milieudelicten, zoals het opleggen van dwangsommen? En hoe beslist het college hoe met sanctionering wordt omgegaan?

Antwoord: Neen het college herkent zich niet in dit citaat. Het aangehaalde onderzoek is een landelijk onderzoek. OVIJ werkt autonoom onder mandaat en conform de zogenoemde Landelijke Handhavingsstrategie (LHS).

10. In 2019 waren er 28 gevallen van last onder dwangsom en 0 gevallen van bestuursdwang. Waarom wordt vooral gekozen voor last onder dwangsom en geen bestuursdwang?

Antwoord: Een last onder dwangsom is in de gevallen die bij OVIJ in behandeling zijn het meest geëigende sanctiemiddel. Bestuursdwang (o.a. verzegeling of op kosten overtreder wegnemen van overtreding) is een zware maatregel en meer geschikt voor met name spoedeisende overtredingen. Die komen in de OVIJ-praktijk wel voor, maar worden veelal na overleg met de toezichthouder direct door overtreder opgeheven waardoor bestuursdwang niet toegepast hoeft te worden.

11. In hoeveel gevallen hebben de bedrijven de opgelegde dwangsom ook moeten betalen? In hoeveel gevallen is (zijn) de overtreding(en) na het opleggen van de dwangsom daadwerkelijk beëindigd? Graag specifiek omschrijven hoe in deze gevallen omgegaan is met de overtredingen en welke afwegingen hier van belang waren.

Antwoord: In 2020 zijn er geen dwangsommen ingevorderd in Apeldoorn.

12. In sommige gevallen heeft de gemeente ook voordeel bij milieudelicten. De gemeente is bijvoorbeeld ook afnemer van diensten die bedrijven met een milieuvergunning leveren. En door milieudelicten kunnen zij hun diensten goedkoper aanbieden. Aan de andere kant geldt dat als een gemeente sterk gaat handhaven op een milieuvergunning dat daardoor de bedrijfsvoering financieel onrendabel kan worden, het bedrijf failliet kan gaan en de gemeente/de belastingbetaler op zou kunnen draaien voor de kosten om de milieuschade te herstellen. Is de gemeente zich bewust van deze risico's, dat de gemeente zelf ook belangen kan hebben en daardoor wellicht milieudelicten minder hard aanpakt? En hoe wordt ermee omgegaan om dit soort belangenverstrengeling te voorkomen?

Antwoord: OVIJ opereert voor wat betreft toezicht en handhaving conform de daarvoor geldende wet- en regelgeving.

13. Bij hoeveel bedrijven is er sprake van recidive (d.w.z. bedrijven waar vaker overtredingen worden geconstateerd)? Wat voor type bedrijven zijn dat? En hoe worden deze bedrijven aangepakt?

Antwoord: In Apeldoorn is een enkel geval van recidive aan de orde. Dit betreffen geen risicobedrijven.

14. Er zijn bedrijfstakken die extra kwetsbaar zijn voor milieudelicten, zoals afvalverwerkingsbedrijven, bedrijven die zorgwekkende stoffen lozen en mestverwerkers. Wordt er onderscheid gemaakt tussen soorten bedrijven? Zo ja, hoe is het toezicht geregeld bij dit soort bedrijven? Zo nee, waarom niet?

a. In 2019 heeft de OVIJ aanbevolen om voor dit soort bedrijfstakken maatwerkvoorschriften op te stellen, is er iets met deze aanbeveling gedaan?

Antwoord: OVIJ past risico-gestuurd toezicht toe en probeert dat nog verder te verbeteren door een gezamenlijke aanpak (Gelders stelsel) op het gebied van ketentoezicht en brancheplannen. De extra aandacht voor bedrijven die werken met zeer zorgwekkende stoffen is door andere prioritering doorgeschoven naar 2021.

15. Vaak is er bij milieudelicten sprake van verschillende bedrijven in een keten, die op verschillende manieren betrokken zijn bij de delicten. Dit komt vaak alleen aan het licht als er ketenonderzoek wordt gedaan. In hoeverre is er ook tijd beschikbaar bij de OVIJ om ketenonderzoek te doen? En als daar tijd voor is, wat voor ketenonderzoeken zijn afgelopen paar jaar verricht en wat kwam er uit die onderzoeken?

Antwoord: OVIJ neemt deel aan ketentoezicht in Gelderland, welke worden afgestemd met politie en openbaar ministerie. Het betreft overwegend strafrechtelijk onderzoek, waarover hier geen informatie kan worden verstrekt.

16. Bij welke bedrijven zijn de afgelopen 2 jaar meerdere overtredingen geconstateerd? Oftewel wat zijn de "probleembedrijven” in Apeldoorn, welke overtredingen hebben zij begaan en hoe wordt er door de OVIJ en gemeente hiertegen opgetreden? (deze vraag mag eventueel, als dat nodig is ivm privacywetgeving, niet openbaar beantwoord worden).

Antwoord: Zie ook vraag 13, Apeldoorn kent geen risicovolle probleembedrijven.

17. Zijn er op dit moment milieuverontreinigingen door bedrijven die niet per direct gestopt kunnen worden? Zo ja, welke zijn dat? En hoe worden die aangepakt en waarom?

a. Kunt u uitgebreid de afwegingen benoemen?

Antwoord: In 2020 zijn er meer voornemens tot een last onder dwangsom opgelegd. Dat deze handelswijze effectief is bewijst het feit dat hiermee in alle gevallen de overtreding is beëindigd. In 8 gevallen is er flankerend strafrechtelijk optreden noodzakelijk geweest.

Overtredingen oplossen gaat vaak gepaard met investeringen voor een ondernemer. Dan kan een overweging zijn om een bedrijf een langere termijn te gunnen om tot een goede oplossing te komen. Kaders hiervoor zijn steeds de vigerende wet- en regelgeving, milieubeleid en jurisprudentie.

Aanvullend merken wij nog op dat voor de beantwoording van deze vragen grotendeels voortkomt uit het jaarverslag 2020 van OVIJ wat u eerdaags wordt aangeboden. Met dit jaarverslag wordt u jaarlijks op de hoogte gebracht van de prestaties van OVIJ.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Actualiteitsvragen t.b.v. raadsvergadering gemeente Apeldoorn d.d. 1 april 2021

Lees verder

Schriftelijke vragen over groene schoolpleinen

Lees verder

    word lid Doneer