Schrif­te­lijke vragen winter­opvang dak- en thuis­lozen


ingediend samen met Chris­tenUnie, SP en PvdA

Indiendatum: 12 feb. 2021

Geacht college,

Dank voor uw brief dd. 9 februari j.l. over de winteropvang voor dak- en thuislozen. In deze ijskoude weken is het voor onze fracties van groot belang dat de opvang van dak- en thuislozen en in het bijzonder de zgn. groep “buitenslapers” een goed, warm en veilig onderkomen geboden krijgt.

Wij hebben naar aanleiding van uw brief de volgende vragen:

1. U schrijft dat er in Omnizorg voldoende slaapplekken zijn.

a) Klopt het dat hieronder ook een plek op een matje, in de hal, onder de trap mee wordt bedoeld? Vindt het college dit een menswaardige opvangvorm?

b) In de brief lezen we dat nu mogelijk wordt gedacht aan extra opvang in een gymzaal. Is hier inmiddels meer over bekend?

c) In onze mening is deze extra opvang rijkelijk laat georganiseerd. Dit had direct opgezet moeten worden toen duidelijk werd dat er extreem weer aan kwam. In hoeverre heeft de gemeente hierin de regie gepakt?

2. In veel gemeenten is er in het beleid vastgesteld onder wat voor omstandigheden extra noodopvang is gewenst1. Hoe is dit in Apeldoorn geregeld? In hoeverre is er sprake van goed werkende jaarlijkse afspraken tussen de verschillende netwerkpartners die u noemt, en treffen zij jaarlijks gezamenlijk voorbereidingen op de wintermaanden?

3. Bent u het met ons eens dat het onder deze extreme omstandigheden zeer gevaarlijk is om buiten te overnachten en bent u het ook met ons eens dat de gemeente hier een zorgplicht heeft? Moet er in dat soort gevallen en onder dit soort extreem winterse omstandigheden niet vaker gebruik gemaakt worden van een zorgmachtiging, zoals in andere gemeenten wel gebeurt?2

4. U schrijft dat u niet kunt voorkomen dat inwoners er soms zelf voor kiezen om buiten te verblijven. Onze fracties vinden dit een kwalijke woordkeuze. Apeldoorn heeft jaren geleden een politiek/bestuurlijke keuze gemaakt om alle daklozenopvang te bundelen op één (omni) fysieke locatie, in één gebouw.

Wij hebben begrepen dat een deel van de daklozen wel degelijk graag naar binnen wil, alleen niet naar Omnizorg, o.a. omdat men daar niet veilig is. Hierdoor zou het ook voorkomen dat Omnizorg zélf uit veiligheidsoverwegingen de opvang ontraadt, omdat de veiligheid van bewoners niet altijd kan worden gegarandeerd. Ook zouden conflicten tussen bewoners

1 Zie bijv. Rotterdam, die extra opvang in de Maassilo realiseert.

2 Hoewel de indieners hier niet per se voorstander van zijn, zijn er wel degelijk voorbeelden van gemeenten die hier andere keuzes in maken (zie bijvoorbeeld deze berichten uit Rotterdam en Breda) onderling of tussen bewoners en medewerkers ertoe leiden dat mensen de toegang tot Omnizorg wordt ontzegd, waardoor zij niet uit vrije wil, maar gedwongen buiten slapen. Hoewel wij hebben begrepen dat dit in de wintermaanden vervalt, komen onze fracties tot de conclusie dat buiten slapen lang niet altijd het gevolg is van een vrije keuze, maar veel meer van een gebrek aan alternatief.

Kortom, bent u het met ons eens dat:

a) Deze opvang niet voor alle doelgroepen (zoals bijvoorbeeld niet-verslaafde dak- en thuislozen, vrouwen of gezinnen) of ieder individu een geschikte, passende opvang is?

b) Sommige mensen uit veiligheidsoverwegingen (bijvoorbeeld vanwege conflicten binnen de doelgroep) pertinent niet naar Omnizorg willen of kunnen?

c) Zij wel degelijk “naar binnen” gaan wanneer hen ook een alternatieve, meer passende vorm van opvang geboden wordt?

d) Het daarom onjuist is te concluderen dat er niet sprake is van een keuze om buiten te slapen, maar veel meer van een gebrek aan alternatief?

e) Bent u het met ons eens dat, als iemand zich niet veilig voelt bij een aangeboden slaapplek, wij voor een plek moeten zorgen waar iemand zich wél veilig kan voelen en een dak boven zijn hoofd heeft?

f) Is het college bereid om in ieder geval gedurende de wintermaanden aanvullende, menswaardige en veilige vormen van opvang te bieden, zoals ook andere gemeenten dat doen, in ieder geval voor mensen die niet naar Omnizorg willen?

5. U sluit uw brief af met de mogelijkheid voor maatwerk en plaatsing bij een collega-instelling.

Onze fracties zijn blij dat deze ruimte er is.

a) Welke vormen van maatwerk moeten wij dan aan denken? Kunt u daar voorbeelden van noemen? Kunnen we de garantie krijgen dat er altijd een plek aangeboden zal worden, ook als dit betekent dat een hotel de enige optie is?

b) Zijn alle instellingen die betrokken zijn bij de hulpverlening aan dak- en thuislozen op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om maatwerk in te zetten? In hoeverre wordt deze mogelijkheid ook gebruikt?

c) Er is sprake van een beperkt aantal instellingen dat opvang biedt aan dak- en thuislozen in onze gemeente. Welke collega-instellingen bedoelt u hier, behalve de instellingen die reeds in de brief worden genoemd? Zijn ook deze (overige) instellingen op de hoogte van het beroep dat op hen gedaan kan worden?

6. U refereert aan social media berichten. Deze berichten hebben ook onze fracties bereikt. Ons beeld is dat deze berichten een actuele weergave vormen van het dagelijks werk van hulpverleners. In dezelfde paragraaf refereert u aan “nadrukkelijke afspraken” met de betrokken instellingen. Hoe moeten wij dit lezen? Heeft u deze partijen verzocht hier niet meer op sociale media over te berichten?

ChristenUnie, SP, Partij voor de Dieren en PvdA

Ben Bloem, Sunita Biharie, Maaike Moulijn en Martine Berends

Indiendatum: 12 feb. 2021
Antwoorddatum: 2 mrt. 2021

Beantwoording vragen:

1. U schrijft dat er in Omnizorg voldoende slaapplekken zijn.

a) Klopt het dat hieronder ook een plek op een matje, in de hal, onder de trap mee wordt bedoeld? Vindt het college dit een menswaardige opvangvorm?

Normaliter heeft de maatschappelijk opvang binnen Omnizorg 39 slaapplekken / bedden. Vanwege de geldende coronamaatregelen is het niet mogelijk om optimaal gebruik te maken van de slaapzalen. Dit resulteert in een maximale bezetting van ongeveer 31 slaapplekken. Mede daarom is besloten tijdelijk een container te plaatsen met daarin 10 extra

slaapplekken. De primaire insteek van het college is dat er geen inwoners buiten hoeven te slapen, Daarom worden er, indien er geen reguliere vrije bedden meer vrij zijn, tijdens de winterregeling extra outdoor matrassen in de algemene ruimten van Omnizorg bijgeplaatst. Deze liggen in diverse algemene ruimten (op 1.5 meter afstand), waaronder ook onder de trap. Wat verstaan wordt onder een menswaardige opvangvorm is een subjectieve kwestie, de winteropvang wordt in ieder geval al 12 jaar op deze manier ingericht. Opgemerkt wordt dat deze improvisatie altijd tijdelijk is, enkel de dagen met nachtvorst. In verband met de 1,5 meter regel moest Omnizorg dit jaar extra improviseren. Desondanks waren er tijdens de afgelopen strenge vorstperiode voldoende slaapplekken beschikbaar. Zowel dit jaar als de afgelopen jaren heeft nog nooit iemand hoeven buiten slapen omdat er geen ruimte in Omnizorg was.

b) In de brief lezen we dat nu mogelijk wordt gedacht aan extra opvang in een gymzaal. Is hier inmiddels meer over bekend?

Deze opvang in een sporthal is niet gerealiseerd, om meerdere redenen. De noodzaak voor deze extra opvang werd niet door alle partijen evenveel herkend: er zijn genoeg plaatsen beschikbaar in Omnizorg en de Maatschappelijke Opvang Jongeren (MOJ), er zijn extra plekken beschikbaar binnen Iriszorg en het Leger des Heils en anders kan er maatwerk worden toegepast. Hierdoor ontbrak de directe noodzaak voor een extra locatie. Niemand hoeft buiten te slapen, er kan altijd een passende opvang / slaapplek worden gerealiseerd. Op de winteropvang bij de MOJ is deze winter helemaal nog geen beroep gedaan.

Daarnaast lukte het de partijen die aangaven dat deze extra noodopvang van belang was en het initiatief namen, niet om op zo korte termijn de bezetting voor de noodopvang rond krijgen, ondanks dat het college had aangegeven hiervoor extra subsidie beschikbaar te willen stellen.

c) In onze mening is deze extra opvang rijkelijk laat georganiseerd. Dit had direct opgezet moeten worden toen duidelijk werd dat er extreem weer aan kwam. In hoeverre heeft de gemeente hierin de regie gepakt?

Het onderzoeken van een mogelijkheid tot extra opvang had eerder onderzocht kunnen worden. De gemeente heeft hier echter niet de regie in gepakt, omdat wij van mening zijn dat er voldoende geregeld was bij Omnizorg, MOJ, Iriszorg en het Leger des Heils en er voor uitzonderingsgevallen een andere (maatwerk) oplossing altijd mogelijk is.

2. In veel gemeenten is er in het beleid vastgesteld onder wat voor omstandigheden extra noodopvang is gewenst3. Hoe is dit in Apeldoorn geregeld? In hoeverre is er sprake van goed werkende jaarlijkse afspraken tussen de verschillende netwerkpartners die u noemt, en treffen zij jaarlijks gezamenlijk voorbereidingen op de wintermaanden?

Wij hebben geen extra beleid over noodopvang bij extreme vorst. De betrokken partijen hanteren wel al jaren een gezamenlijk een winterprotocol. Dit protocol is van de partijen zelf, het is dus

niet opgesteld door de gemeente. Het protocol is destijds opgesteld door Omnizorg. In het najaar wordt er altijd door Omnizorg een overleg georganiseerd over het winterprotocol. In het najaar van 2020 heeft dit overleg helaas niet plaatsgevonden. De huidige situatie laat zien dat de afstemming tussen organisaties, waaronder de gemeente, beter had gekund. Omnizorg wordt

niet door alle partijen altijd als centraal aanmeldpunt ervaren en de samenwerking en afstemming tussen diverse organisaties kan beter. Daarnaast verschillen de partijen onderling over wat voldoende passende opvang is tijdens strenge vorst. Wij zijn van mening dat de (extra)

3 Zie bijv. Rotterdam, die extra opvang in de Maassilo realiseert.

opvang bij Omnizorg, MOJ, Iriszorg en Leger des Heils met daarnaast de mogelijkheid tot individueel maatwerk voldoende is. Wel is er afgesproken dat we met de partijen het huidige winterprotocol evalueren en gezamenlijk nieuwe afspraken maken voor de winter 2021-2022, waarbij we uiteraard ook de voors en tegens van extra noodopvangplekken (op niet-zorglocaties) bespreken.

3. Bent u het met ons eens dat het onder deze extreme omstandigheden zeer gevaarlijk is om buiten te overnachten en bent u het ook met ons eens dat de gemeente hier een zorgplicht heeft? Moet er in dat soort gevallen en onder dit soort extreem winterse omstandigheden niet vaker gebruik gemaakt worden van een zorgmachtiging, zoals in andere gemeenten wel gebeurt?4

Ja, we zijn het met u eens dat het onder deze extreme omstandigheden gevaarlijk is om buiten te overnachten. Aan de zorgplicht (zowel van de betrokken partijen als van ons) is voldaan door het creëren van voldoende plekken bij Omnizorg en de MOJ. En als een plek bij Omnizorg niet passend is, door het kunnen toepassen van maatwerk, zoals bijvoorbeeld een overnachting bij Iriszorg of het Leger des Heils en als dat ook niet passend is in een Bed&Breakfast of een hotel. Door de gemeente is met de organisaties afgesproken dat als er dwang nodig is om een buitenslaper “naar binnen te krijgen” de gemeente een noodbevoegheid inzet.

Het college steunt daarmee de medewerkers die afwegingen moeten maken ten aanzien van buitenslapers. De gemeente zorgt ervoor dat we een noodverordening voor de winter 2021-2022 klaar hebben liggen, zodat mocht het nodig zijn deze tijdig kan worden ingezet.

4. U schrijft dat u niet kunt voorkomen dat inwoners er soms zelf voor kiezen om buiten te verblijven. Onze fracties vinden dit een kwalijke woordkeuze. Apeldoorn heeft jaren geleden een politiek/bestuurlijke keuze gemaakt om alle daklozenopvang te bundelen op één (omni) fysieke locatie, in één gebouw.

Wij hebben begrepen dat een deel van de daklozen wel degelijk graag naar binnen wil, alleen niet naar Omnizorg, o.a. omdat men daar niet veilig is. Hierdoor zou het ook voorkomen dat Omnizorg zélf uit veiligheidsoverwegingen de opvang ontraadt, omdat de veiligheid van bewoners niet altijd kan worden gegarandeerd. Ook zouden conflicten tussen bewoners onderling of tussen bewoners en medewerkers ertoe leiden dat mensen de toegang tot Omnizorg wordt ontzegd, waardoor zij niet uit vrije wil, maar gedwongen buiten slapen. Hoewel wij hebben begrepen dat dit in de wintermaanden vervalt, komen onze fracties tot de conclusie dat buiten slapen lang niet altijd het gevolg is van een vrije keuze, maar veel meer van een gebrek aan alternatief.

Kortom, bent u het met ons eens dat:

a) Deze opvang niet voor alle doelgroepen (zoals bijvoorbeeld niet-verslaafde dak- en thuislozen, vrouwen of gezinnen) of ieder individu een geschikte, passende opvang is? Een overnachting bij Omnizorg heeft voor- en nadelen. Voor niet-verslaafde dak- en

thuislozen kan er een drempel bestaan om te overnachten op een plek waar ook verslaafde dak- en thuislozen verblijven. We zien echter ook dat juist door de opvang bij Omnizorg, MOJ, Iriszorg of het Leger des Heils er een verder hulptraject in gang gezet kan worden. En zoals aangegeven is er ook maatwerk mogelijk voor degenen die echt niet bij één van deze organisaties terecht kunnen of als hier gerede aanleiding voor is.

Kinderen worden niet toegelaten bij Omnizorg, voor jongeren van 16 tot en met 23 jaar bieden we opvang bij het MOJ: voor gezinnen en vrouwen met kinderen wordt altijd een andere (tijdelijke) maatwerkoplossing gezocht. Er hebben, voor zover wij en de organisaties weten, de afgelopen vorstperiode geen vrouwen of gezinnen op straat geslapen. .

b) Sommige mensen uit veiligheidsoverwegingen (bijvoorbeeld vanwege conflicten binnen de doelgroep) pertinent niet naar Omnizorg willen of kunnen?

4 Hoewel de indieners hier niet per se voorstander van zijn, zijn er wel degelijk voorbeelden van gemeenten die hier andere keuzes in maken (zie bijvoorbeeld deze berichten uit Rotterdam en Breda).

Dit klopt, maar zoals hierboven aangegeven wordt voor mensen die niet bij Omnizorg terecht kunnen met gerede aanleiding een alternatieve oplossing gezocht. Deze mensen hoeven niet op straat te overnachten.

c) Zij wel degelijk “naar binnen” gaan wanneer hen ook een alternatieve, meer passende vorm van opvang geboden wordt?

Maatwerk is altijd mogelijk als mensen niet bij Omnizorg, MOJ, Iriszorg of het Leger des Heils terecht kunnen of als hier gerede aanleiding voor is.

d) Het daarom onjuist is te concluderen dat er niet sprake is van een keuze om buiten te slapen, maar veel meer van een gebrek aan alternatief?

Wij begrijpen dat onze woordkeuze in de raadsbrief van 9 februari jl. t.a.v. keuze om buiten te slapen zorgvuldiger kon. We realiseren ons dat het hier inwoners betreft die wellicht niet bij machte zijn om deze keuze (zelfstandig) te maken. Maar blijven van mening dat er voldoende alternatieven zijn. We beseffen dat mogelijk niet iedereen bij Omnizorg, DTZ Menorah, team bemoeizorg of het Outreachend team van Stimenz in beeld is. Mogelijk zijn er dak- en thuislozen die, geen gebruik willen maken van opvang op een zorglocatie, maar wel van een meer ‘informele’ locatie, zoals een sporthal. We constateren dat hier de inzichten over verschillen.

e) Bent u het met ons eens dat, als iemand zich niet veilig voelt bij een aangeboden slaapplek, wij voor een plek moeten zorgen waar iemand zich wél veilig kan voelen en een dak boven zijn hoofd heeft?

Ja hier zijn we het mee eens. Als professionals constateren dat dak- en thuislozen niet bij Omnizorg, MOJ, Iriszorg of het Leger des Heils terecht kunnen of als hier gerede aanleiding volgens de professionals is dat opvang binnen één van deze voorzieningen echt niet passend is dan kan een maatwerkoplossing, bijvoorbeeld een overnachting in een hotel of Bed&Breakfast geregeld worden.

f) Is het college bereid om in ieder geval gedurende de wintermaanden aanvullende, menswaardige en veilige vormen van opvang te bieden, zoals ook andere gemeenten dat doen, in ieder geval voor mensen die niet naar Omnizorg willen?

Als er sprake is van een gerede aanleiding kan een maatwerkoplossing, bij een andere organisatie of bijvoorbeeld een overnachting in een hotel of Bed&Breakfast geregeld worden. Zoals aangegeven gaan we het winterprotocol evalueren waarbij tevens gekeken wordt naar de eerder genoemde “ventielfunctie” en andere vormen van noodopvang.

5. U sluit uw brief af met de mogelijkheid voor maatwerk en plaatsing bij een collega-instelling.

Onze fracties zijn blij dat deze ruimte er is.

a) Welke vormen van maatwerk moeten wij dan aan denken? Kunt u daar voorbeelden van noemen? Kunnen we de garantie krijgen dat er altijd een plek aangeboden zal worden, ook als dit betekent dat een hotel de enige optie is?

Als alternatief zijn plekken bij Iriszorg en het Leger des Heils beschikbaar. Als deze locaties ook niet passend zijn, kan naar een maatwerkoplossing gekeken worden in de vorm van een hotel of Bed&Breakfast als hier gerede aanleiding voor is.

b) Zijn alle instellingen die betrokken zijn bij de hulpverlening aan dak- en thuislozen op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om maatwerk in te zetten? In hoeverre wordt deze mogelijkheid ook gebruikt?

Indien dit gebruik laag ligt, zegt dat naar de mening van het college vooral iets over de behoefte hieraan, de bekendheid van deze mogelijkheid onder de doelgroep en/of hulpverleners, of de bereidheid van instellingen om hieraan mee te werken? Kunt u dit onderbouwen.

De betrokken organisaties zijn door de gemeente op de hoogte gebracht van de mogelijkheid om maatwerk in te zetten. Op dit moment is er voor twee bewoners (waarvan één uit een andere gemeente) voor in totaal 5 nachten een maatwerkoplossing ingezet. De plek bij Iriszorg is bezet geweest, en op sommige nachten is er van twee plekken gebruik gemaakt

bij Iriszorg. Bij de MOJ is er helemaal geen gebruik gemaakt van de winteropvang en waren er de afgelopen drie weken twee (reguliere) plekken leeg.

Wij zijn van mening dat het geringe gebruik van maatwerkoplossingen toe te schrijven is aan diverse factoren waaronder de afspraak dat de primaire lijn is; de winteropvang is bij Omnizorg en de MOJ, we hebben daarnaast extra tijdelijke plekken bij het Leger des Heils en Iriszorg en als de medewerkers echt van oordeel zijn dat deze slaapplekken niet passend zijn dan kan er maatwerk worden ingezet. Daarnaast constateert het college zoals eerder aangegeven ook dat het inzicht over “wat goed genoeg is” verschilt tussen de organisaties, dat het winterprotocol toe is aan een evaluatie en dat de samenwerking en afstemming tussen organisaties verbeterd kan worden. Zoals bovenstaand reeds genoemd, nemen we deze punten mee in de eerder toegezegde evaluatie van de winterregeling.

c) Er is sprake van een beperkt aantal instellingen dat opvang biedt aan dak- en thuislozen in onze gemeente. Welke collega-instellingen bedoelt u hier, behalve de instellingen die reeds in de brief worden genoemd? Zijn ook deze (overige) instellingen op de hoogte van het beroep dat op hen gedaan kan worden?

Met collega-instellingen bedoelen we de instellingen die in de brief benoemd worden, namelijk de partijen die gezamenlijk Omnizorg vormen: Tactus Verslavingszorg, Riwis Zorg en Welzijn en Iriszorg, het Leger des Heils die zorgdraagt voor de opvang van dak- en thuisloze jongeren, Stimenz en de Stichting Dak- en ThuislozenZorg (DTZ) Menorah. Alle betrokken partijen doen er alles aan om de winteropvang zo goed mogelijk vorm te geven. Deze partijen zijn op de hoogte van het beroep dat op hen gedaan kan worden. We waarderen het goede werk dat deze organisaties doen.

6. U refereert aan social media berichten. Deze berichten hebben ook onze fracties bereikt. Ons beeld is dat deze berichten een actuele weergave vormen van het dagelijks werk van hulpverleners. In dezelfde paragraaf refereert u aan “nadrukkelijke afspraken” met de betrokken instellingen. Hoe moeten wij dit lezen? Heeft u deze partijen verzocht hier niet meer op sociale media over te berichten?

Wij vinden het prima dat de organisaties gebruik maken van social media. We zijn echter wel van mening dat de lijnen met de gemeente dusdanig kort zijn dat het niet nodig hoeft te zijn dat signalen en/of klachten via social media gedeeld worden, die niet vooraf ook gedeeld zijn met de gemeente. Daarnaast ervaren wij dat vooral de problemen op social media gemeld worden, de oplossing voor het probleem wordt daarentegen niet altijd gedeeld. De ‘nadrukkelijke afspraken’ waaraan gerefereerd wordt in de raadsbrief van 9 februari, betreffen de afspraken over het bieden van een maatwerkoplossing als daar gerede aanleiding toe is.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen over negatieve gevolgen aankoop huisdieren tijdens coronatijd

Lees verder

Schriftelijke vragen over zon op dak

Lees verder

    word lid Doneer