Verslag infor­ma­tie­avond stikstof "Help de Veluwe stikt" van 4 november 2019


15 november 2019

Verslag informatieavond stikstof.

Fractievoorzitter van de PvdD Apeldoorn Maaike Moulijn heet iedereen van harte welkom. Ze legt uit waarom de PvdD deze informatieavond georganiseerd heeft.

We hebben een stikstofcrisis in Nederland!

Iedereen die de afgelopen tijd niet onder een steen heeft gelegen weet dat er een stikstofcrisis in Nederland is. Maar wat dit precies betekent en wat er nu daadwerkelijk aan de hand is, dat weet men veel minder. Deze avond is daarom georganiseerd om antwoord te geven op de vraag wat de crisis nu precies betekent en hoe het ontstaan is en om gezamenlijk antwoorden te zoeken hoe het probleem kan worden opgelost.

In een filmpje wordt precies uitgelegd wat stikstof precies is.

Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar er zijn ook verbindingen van stikstof in de lucht die wel schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu. Dit zijn stikstofoxiden (NO) en ammoniak (NH3). De hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak in de lucht heet de concentratie.

Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van industrie.

Ammoniak (NH3) komt met name van dieren in de veeteelt. Een klein deel komt uit overige bronnen zoals industrie, de bouw en het verkeer. Boeren gebruiken mest van dieren en kunstmest om hun land te bemesten. Een deel van die mest verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht.

Om de zogenaamde ‘stikstofproblematiek’ goed te begrijpen, zijn drie termen belangrijk:

  • Concentratie (hoeveel zit er in de lucht)
  • Emissie (hoe komt het in de lucht)
  • Depositie (hoe komt het op/in de grond)

Het gaat dus om stikstofoxiden en ammoniak. Beiden zijn bijzonder schadelijk voor onze natuur en Nederland is wat betreft de uitstoot van deze schadelijke stoffen een hotspot. Wij stoten met ons allen gigantisch veel stikstof uit, het meeste van alle Europese landen en wij moeten dit probleem eerst oplossen voordat we eigenlijk verder kunnen.

Onze spreker van vanavond, Arnold van den Burg, heeft als ecoloog een adviserende rol gespeeld bij de beslissing van de Raad van State om aan de noodrem te trekken en de PAS maatregelen van onze regering stop te zetten. Volgens Arnold is dit volledig terecht omdat de maatregelen niet voldeden aan de habitatrichtlijn.

Jaren geleden heeft Europa besloten om kwetsbare natuurgebieden (Natura 2000) te beschermen. Dit betekende dat er stikstofbeperkende maatregelen werden getroffen zodat (boeren)bedrijven, met veel uitstoot, zich niet in de omgeving van Natura 2000 gebieden mochten vestigen.

Het PAS dat de Nederlandse regering in 2015 invoerde gaf deze bouwvergunningen wel af met als belofte de natuur op een later tijdstip te zullen herstellen. Hierdoor nam de stikstofdepositie in natuurgebieden snel toe en daalde ook niet doordat herstelmaatregelen niet of ontoereikend werden uitgevoerd.

Het Europese Hof van Justitie heeft aangegeven waar het Nederlandse beleid aan moet voldoen: “De Habitatrichtlijn moet zo worden uitgelegd dat…..kan worden gegarandeerd dat er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat geen van de plannen of projecten die stikstofuitstoot met zich meebrengen schadelijke gevolgen heeft voor de natuurlijke kenmerken van het betrokken gebied, hetgeen door de nationale rechter moet worden nagegaan”.

Dit betekent dat stikstofuitstoot eerst moet worden teruggedrongen en er gemonitord zal moeten worden of de natuur zich inderdaad herstelt voordat er nieuwe projecten die stikstof uitstoten zouden mogen worden opgestart.

De stikstofcrisis is dus dé uitdaging van de 21eeeuw voor Nederland en de rest van Europa kijkt naar ons hoe wij deze problemen gaan aanpakken. Kiest Nederland voor de natuur of voor de economie?

Wat is het effect van een teveel aan stikstof in onze natuur?

Het teveel aan stikstof in onze natuur heeft een drietal effecten.

  1. Stikstof heeft een verzurende werking op de bodem. Planten hebben voedingstoffen nodig die ze uit de bodem halen. Door de verzuring verweert onze bodem en spoelen mineralen, waaronder calcium weg. De verzuring verandert ook de PH-waarde in de bodem waardoor wortels van bomen en planten worden aangetast.
  2. Stikstof heeft een vermestende werking op de bodem. Stikstof is een voedingsstof en sommige planten hebben voor hun groei meer stikstof nodig dan andere planten. Door een teveel aan stikstof gaan deze planten harder groeien en verdrukken daarbij andere vegetatie. Een aantal van deze woekeraars zijn brandnetels en bramen. Door het woekergedrag van deze planten krijgen andere planten steeds minder ruimte. Insecten en andere diersoorten die weer van deze planten afhankelijk zijn krijgen het dus ook steeds moeilijker. De vermesting tast ook de kwaliteit van bomen en planten aan. Door teveel stikstof wordt de aanmaak van aminozuren, een bouwsteen voor eiwit, verstoort en maken bomen en planten teveel eenzijdig eiwit aan. Bladetende insecten krijgen een te eenzijdig voedsel binnen en vogels eten dus ongezonde insecten wat weer desastreuze gevolgen heeft voor zowel het dier als het broedsel.
  3. Stikstof laat korstmossen verdwijnen. Helaas waren de korstmossen in de jaren ’70 en ’80 door onze zure regen al uit Nederland verdwenen. De uitstoot van zwavelzuur, destijds de boosdoener, is inmiddels verminderd maar de zure regen is er nog steeds, deze keer veroorzaakt door stikstof. De korstmossen zullen dus niet terugkeren in onze natuur.

Wat doet dit met onze Veluwe?

Onze natuur is kwetsbaar en ondervindt door de te hoge concentraties stikstofoxiden en ammoniak blijvende schade. Vooral voedselarme ecosystemen op de van nature stikstofarme zandgronden in het oosten van Nederland, zoals de Veluwe, waar veel bos en heide voorkomt zijn extra gevoelig.

Arnold heeft op de Veluwe veel onderzoek gedaan naar de conditie van planten en dieren. Door het eenzijdige voedselaanbod sterven dieren in een zorgwekkend hoog tempo. Denk hierbij aan rupsen en slakken. Vogels, die voor hun voeding weer afhankelijk zijn van o.a. rupsen en slakken nemen ook in rap tempo in aantallen af en dreigen uit te sterven zoals de sperwer, vlaamse gaai, velduil, de wielewaal, de grauwe kiekendief maar ook onze merels, mezen en mussen hebben het zwaar. Door een gebrek aan calcium zijn de schalen van hun eieren te dun, zijn de embryo’s niet levensvatbaar en hebben de jongen die wel geboren worden gebroken pootjes en problemen met de veergroei.

Is er een oplossing?

Arnold is hierin zeer resoluut. Er is een oplossing maar beleid hiervoor zal op landelijk niveau moeten worden ingevoerd. Dit beleid houdt volgens hem in dat:

  • De veestapel drastisch zal moeten worden ingekrompen. Dit is de enige manier om de stikstofdepositie voldoende omlaag te krijgen. Bovendien moeten de dieren weer de wei in. Dit zorgt voor minder ammoniakuitstoot dan wanneer ze in potdichte stallen zitten.
  • Ook de landbouw zal op een natuurinclusieve manier moeten worden uitgevoerd. LTO, maar ook banken, supermarkten en de consument zullen deze transitie naar ecologische en duurzame landbouw moeten omarmen en mogelijk maken.
  • De regels die de overheid gaat stellen voor onze duurzame Nederlandse landbouwproducten zullen ook moeten gelden voor producten uit het buitenland.
  • Er is een transitiewet nodig, een punt aan de horizon, met tussentijdse doelen zodat Nederland op termijn (bijvoorbeeld 15 jaar) weer aan de habitatsrichtlijn zal voldoen. Binnen deze context kan Nederland weer snel vlot worden getrokken en dus ook juridisch standhouden binnen Europa en hopelijk snel navolging krijgen in andere landen.

Conclusies van Arnold:

  • Het is logisch en terecht dat het PAS onderuit is gehaald.
  • De oplossing is om te voldoen aan de habitatrichtlijn
  • Daarvoor is het niet noodzakelijk dat Nederland lang op slot blijft zitten
  • De problemen kunnen niet lokaal worden opgelost maar zullen landelijk en ook op Europees niveau moeten worden aangepakt.
  • De boeren spelen bij het oplossen van het probleem een cruciale rol.

Wat zijn de gevolgen voor Apeldoorn?

Na deze heldere uiteenzetting van Arnold van den Burg is er, in samenspraak met Luuk van der Veer, Statenlid van de Provincie Gelderland en fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren Apeldoorn, Maaike Moulijn gesproken over de consequenties van dit probleem voor Apeldoorn en denkrichtingen bij het zoeken naar oplossingen. Dit gebeurde mede aan de hand van een aantal stellingen. De conclusies die hierbij werden getrokken:

  • De stikstofbelasting voor Apeldoorn komt, vanwege de windrichting, voornamelijk uit de westhoek. De gemeente zelf heeft relatief gezien weinig veehouderij. Het stikstofprobleem zit in de kippenstallen bij met name Barneveld en Lunteren. Apeldoorn zal dus over haar grenzen heen moeten kijken en gaan samenwerken met andere gemeenten om een reductie te kunnen bewerkstelligen. Vooral belangrijk omdat de Veluwe er precies tussen zit.
  • De maximale snelheid op de A1 en A50 moet omlaag.
  • Meer inzetten op elektrisch rijden waaronder de stadsbussen.